wist tot hem door te dringen en geleidde
hem naar zijne woning. Nauwelijks was
Mieras zijn woning binnengetreden of het
begon letterlijk steenen te regenen tegen het
gebouw. Een twintigtal glasruiten werden
verbrijzeld. Van daar trok de opgewonde
menigte al zingende naar de woning der
heilsoldaten, alwaar eveneens drie groote
glasruiten werden ingeworpen. De politie
vermocht weinig of niets uitterichten tegen
zoo'n opgewonden menigte.
Deden de rijksveldwachters en veldwachter
Bles in ieder geval nog een poging om de
bedreigde Heilssoldaten te beschermen,
veldwachter Koster was in geen velden of
wegen te bekennen. Volgens sommige dor
pelingen had hij zich in de kroeg verscho
len en was hij op zijn dood voor wraakac
ties van de bevolking.22'
Ondanks aanhoudende klachten over
drankmisbruik en meerdere schorsingen
zou Koster nog geruime tijd in functie blij
ven. Pas eind 1897 besloot de commissaris
tot ontslag van de immiddels 64-jarige
veldwachter. Dat de raad hem een pen
sioen van 150,- uitkeerde, had hij te dan
ken aan een handtekeningenactie onder de
plaatselijke bevolking. In een adres,
gericht aan het gemeentebestuur en onder
tekend door 95 ingezetenen, lezen we: Wij,
ondergeteekenden Burgers, ingezetenen der
Gemeente Ierseke, geven hiermede ons innig
leedwezen aan U Edelachtbaar College te
kennen, teneinde te moeten vernemen het
ontslag van ons zoo lang als flink gekende
gemeente Veldwachter Johannes Koster.
Wij hopen daarom ten zeerste dringend dat
het Uw geeerd College moge behagen, om
als nu deze lang gekende veldwachter
Johannes Koster eenig pensioen te willen
toekennen, wegens zijne sedert lange jaren
goede vervulde plichten aan onze Burgerij
van Ierseke bewezen.
Kennelijk had Koster niet alleen vijanden
onder de bevolking.23'
Koster werd opgevolgd door J. Tramper,
die tot 1929 in functie bleef als eerste veld
wachter van Yerseke.
De tweede veldwachter, J.M. Bles, had al
geruime tijd voordat Koster met pensioen
werd gestuurd, zijn congé gekregen. Ook
Bles was in de ogen van zijn superieuren
niet voor zijn taak berekend. Meermalen
was hij door de burgemeester op de vingers
getikt wegens verregaande passiviteit en
onverschilligheid. De rijksveldwacht
noemde hem zelfs een zeer ongeschikt poli
tiebeambte, die veel praatte maar weinig
deed. De druppel die de emmer deed over
lopen, was de gevangenisstraf van twee
maanden die de veldwachter in 1892 kreeg
opgelegd wegens mishandeling van een
aantal kermisgangers in Kruiningen. Bles
werd het jaar daarop vervangen door
H. Slotboom.24'
Naam
Dienstperiode
G. Lindenberg
1811-1829
M. Janse van de Vrede
1829-1844
J. Meijer
1844-1863
J. Koster
1863-1898
J. Tramper
1898-1929
J.M. Bles
1886-1893
H. Slotboom
1893-1924
A.P. van Hertum
1896-1933
G. van de Driest
1932-1943
D.C. Nijssen
1932-1943
Figuur 2.
Gemeenteveldwachters van Yerseke.
Tot slot
Schijn kan bedriegen, maar het lijkt er
sterk op dat de problemen die Yerseke had
met de gemeenteveldwachters grotendeels
waren verdwenen in de twintigste eeuw.
Meerdere factoren speelden hierbij een rol.
Op de eerste plaats kwam de gemeenschap
vanaf de eeuwwisseling in rustiger vaarwa
ter terecht. Aan de sterke bevolkingsgroei
was een einde gekomen en we horen niet
langer van ordeverstoringen op grote schaal,
zoals die zich in de laatste decennia van de
negentiende eeuw hadden voorgedaan.
De uitbreiding van de plaatselijke politie
macht door aanstelling van een derde veld
wachter in 1896, zal tevens hebben bijge
dragen aan een betere handhaving van de
openbare orde.25'
31