Jobs tranen Frank de Klerk In tropische klimaatzones komt algemeen de plant Coix lacryma-jobi voor, Jobs tra nen genoemd. Het is een soort gras met grote, harde zaden. De zaden zijn allemaal verschillend van vorm, grootte en kleur. Ze zijn van nature glanzend en lijken op parels. Hoe meer je ze draagt, hoe meer ze gaan glimmen. Niemand vergoot meer tra nen dan de bijbelse Job, vandaar dat de zeer algemeen voorkomende zaden deze naam hebben gekregen. In allerlei culturen werden en worden de zaden als kralen gebruikt. Vroeger stonden de zaden als voedsel bekend. In sommige natuurvoedingswin kels zijn ze nog steeds te koop. De zaden gebruikt men ook in rooms-katholieke rozenkransen. Men noemt ze dan ook wel tranen van Maria. De zaden zijn zo gemak kelijk als kraal te gebruiken, omdat er van nature twee gaatjes in zitten. In de collec tie van het Historisch Museum De Beve- landen bevindt zich een groot aantal spel den die behoren tot de Bevelandse klederdracht. Behalve gouden bolspelden in allerlei uitvoeringen zitten er ook parel- spelden tussen. Tussen deze parelspelden blijkt zich een speld te bevinden die gemaakt is van een Jobstraan. Dit gegeven uit de Bevelandse streekdracht en het ver haal in het Bevelands dialect over Job komen op een wonderlijke wijze dus bij elkaar. Afb. 1. Een mutsenspeld van goud met als 'parel' een Jobs traan. Links een Jobs traan als zaad. Collectie Historisch Museum De Bevelanden.) 36

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2007 | | pagina 38