en zes uit het Kanton Kortgene. In Zeeland
werden 660 jongens, geboren in 1788, opge
roepen om te loten. In het Kanton Hein-
kenszand moest worden geloot in de her
berg van Hendrik Minnaard in
Heinkenszand. Wie een laag nummer trok
werd opgeroepen of op een soort reserve
lijst gezet, de rest was vrijgeloot. Van de
120 man gingen er tachtig naar diverse
legeronderdelen en waren er veertig
bestemd voor de marine.1'
Voor de lichting 1809 werd het contingent
bepaald op tachtig man (zeventig land
macht en tien marine), waarvan 29 Beve
landers. De lichting 1810 kwam weer uit
op 120 (in de verhouding tachtig voor het
landleger en veertig marine), waarvan 34
Bevelanders.2'
Hoewel er ook eenheden van de marine in
Rusland ingezet zijn, gaat in dit artikel de
aandacht uit naar de lotelingen uit de
Bevelanden, die bij het landleger waren
ingedeeld.
Van deze eerste driejaarklassen zijn in
totaal 230 Zeeuwen opgeroepen voor dit
leger, waaronder 65 jongens afkomstig uit
Goes en de Noord- en Zuid-Bevelandse dor
pen. Zij hadden dus grote kans om deel uit
te maken van de Grande Armée die in juni
1812 Rusland binnentrok.
Per lichting werd het merendeel van de
lotelingen geplaatst bij een infanterieregi-
ment. Voor de lichting 1808 was dat het
21ste Regiment de Ligne, waar 67 man
(zestien Bevelanders) naar toe gingen.
Voor de lichting 1809 was dat het 33ste
Regiment Légère waarbij 47 man (twaalf
Bevelanders) geplaatst werden en van de
lichting 1810 waren dat 58 man (21 Beve
landers), die bij het 124ste Regiment de
Ligne werden ingedeeld. De rest werd in
kleine aantallen verdeeld over diverse
onderdelen.
Vertrek
Op 14 april 1811 vertrok het eerste deel
van de mannen die bij het 21ste Regiment
de Ligne waren ingedeeld vanuit Middel
burg onder leiding van onderofficieren naar
het opleidingsgarnizoen in Gulik (Jülich),
waar ze op 20 april aankwamen. De rest
volgde een week later.
Afb. 1. Artillerie a Pied-1812. Verzameling
poppen, vervaardigd door invalide
veteranen, ondergebracht in de Döme des
Invalides aan het einde van de negentiende
eeuw en te zien in de ontvangsthal van het
militair museum aldaar.
In het najaar van 1811 werden de mannen
van de lichting 1809 in Middelburg verza
meld die bestemd waren voor het 33ste
Regiment Légère. Zij vertrokken, eveneens
in twee gedeelten, naar Givet in de Arden
nen, waar ze op 25 oktober en 2 november
aankwamen.
De lichting 1810 vertrok op 3 maart 1812
en kwam op 14 maart aan in het garnizoen
3