medicine doctor, die ik ook onbekwaam heb
ontmoet, en die mij eens zeide: Geill, jij
moet meer zuipen, welke raad ik niet
verkoos op te volgen. Die goede man is niet
oud gewórden en was overvuld met bier,
middagslokjes en des avonds wijn.'
Nagtglas daarentegen betitelde Janssen
als 'een als mensch en geneesheer algemeen
geachte man.' Maar dat was van horen
zeggen en een aantal jaren nadat dokter
Janssen overleden was.14'
Naar Krabbendijke
Lange tijd was het dorp Krabbendijke de
meest oostelijke plaats van het eiland
Zuid-Beveland geweest. Vanaf 1773 was
daar drastisch verandering in gekomen. In
dat jaar werd namelijk met de bedijking
van de Reigersbergsepolder ten oosten van
Krabbendijke een verhoudingsgewijs grote
oppervlakte grond aan het eiland toege
voegd. In het uiterste zuidoosten van de
nieuwe polder werd ter vervanging van de
forten Lillo en Liefkenshoek al direct het
Fort Bath gesticht. Centraal in de polder
kwam het dorp(je) Rilland. Verspreid over
de polder werd een aantal grote boerde
rijen gebouwd.
Het verkrijgen van de noodzakelijke medi
sche zorg was voor de bewoners van de Rei
gersbergsepolder niet altijd even eenvou
dig. In het begin was in Fort Bath een
chirurgijn gevestigd en later zowel in Fort
Bath als in Rilland voor bepaalde perioden
een heel- en vroedmeester. Verder was er
in Fort Bath voor het daar gelegerde garni
zoen meestal een Officier van Gezondheid
aanwezig, wiens hulp soms ook voor niet-
militairen werd ingeroepen. Op het punt
van bevoegdheden leidde dit vaak tot pro
blemen. De gegroeide praktijk was dat de
in Krabbendijke gevestigde heel- en vroed
meester een belangrijk deel van de medi
sche zorg voor de inwoners van de Reigers
bergsepolder voor zijn rekening nam. Door
de grote afstanden en de in de winterpe
riode vaak moeilijk begaanbare wegen was
dit verre van eenvoudig.
In 1805 vestigde de heel- en vroedmeester
Samuël de Graag zich in Krabbendijke.
DORPSGEZICHT, KRABBENDIJKE
Afb. 4. Het dorp Krabbendijke in het begin van de twintigste eeuw.
Collectie J. C. Lindenbergh.)
12