aangewend voor nieuwjaarsgiften in natura aan die armen, 'die geen zoodanige giften ontvangen van het kerkelijk armbe stuur'. In de loop van de winter werd er ook wat geld uitgedeeld. Van der Werf heeft zich verbaasd dat de Vaders, voor zover bekend als enigen, gepoogd hebben iets te doen aan de alom heersende armoede. De inspiratie hiervoor is het Christelijk geloof geweest. Dat weten wij niet alleen uit overlevering, maar ook uit het boek met brieven van Margaretha Sara Vader, de dochter van wethouder notaris Johan Willem Vader te Kortgene nadat zij in 1860, 22 jaar oud, door tuber culose was overleden. Haar meeste brieven waren gericht aan haar verloofde, een stu dent theologie. Die bevatten nagenoeg niets anders dan vrome bespiegelingen en vooral de dagelijks terugkerende vraag of zij en haar verloofde zich wel bevonden in de juiste houding tot God. 251 bladzijden vol. Voor een jong, verloofd meisje echt eng. Dat de Imitatio Christi dagelijkse zorg was van de familie blijkt onmiskenbaar uit hun daden. De meesten waren president kerk voogd en ze voorzagen hun kerk van avond maal zilver. Zij, of hun vrouwen, stichtten (Christelijke) bewaarscholen, nodig voor de opvang van de kinderen, die de arbeidsters naar het werk op het land plachten mee te nemen. In Kortgene kwam er ook een naai en breischool voor de meisjes. In Wissen- kerke een armenhuis. Abraham leende de kerkvoogdij het geld, nodig voor de aan koop van de kerk, toen de erfgenamen van de Boedel Van Nassau die wilden veilen. Hij betaalde de helft van de kosten van de versterking van de dijk van de Stadspolder, toen daarvoor in de gemeentekas onvol doende te vinden was. In 1848 leverde hij de gemeente de grond voor het nieuwe kerkhof voor slechts 176,50, waarvoor de gemeenteraad hem grote dank betuigde. Hij en zijn vrouw lieten samen aan de Dia conie 5.000,- na, vijf maal het inkomen van de rentmeester. Afb. 4. Mr. L.A. Bijbau. Burgemeester van drie oostelijke Noord- Bevelandse gemeenten (1879 - 1892). (Collectie Van Voorst Vader.) 32

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2007 | | pagina 34