Broer Willem in Wissenkerke heeft acht
tien jaar geduld gehad met de hem bedrie
gende querulant de Moor 'om zijn talrijk
huisgezin voor armoede te bewaren'. Hij
leende geregeld aan de burgerlijke en ker
kelijke gemeente, onder andere voor de
bouw van de nieuwe kerktoren. Zelf
betaalde hij een derde van de aanschaf van
een nieuw schoollokaal toen dat de draag
kracht van de gemeente te boven ging. Al
veel eerder dan zijn broer, in 1820, had
Willem de grond geleverd voor het nieuwe
kerkhof, met reservering van grond voor
graven van de eigen familie. Door het
teloorgaan van de notulen van de gemeen
teraad 1808-1825 weten we daarvan geen
details. Omdat de broers zo vaak identiek
handelden, neem ik aan, dat de voorwaar
den overeen kwamen met die in Kortgene.
Catharina M. Vader-Swemer, de weduwe
van Jac.H.L. Vader, liet de diaconie van
Wissenkerke de hofstede na, die haar man
naar haar had genoemd, de Catharina
Mariahof, Jacobadijk 10, Kamperland.
Daardoor kreeg de Diaconie voldoende
armslag voor de bouw van 'Vredestein', toe
vlucht voor onverzorgde ouden van dagen.
Was J.M. Bijbau recente import, de Vaders
waren twee generaties ouder. De komst van
Pieter Vader in 1761 naar Kortgene vond
zijn oorsprong in een andere schaarste,
namelijk die van patriotten in Zeeland!
Zowel de familie Van Nassau La Lecq als de
administrateurs van de Boedel waren
'staatsgezinden', wat later patriotten zou
heten. Een overtuiging die in Kortgene zo
schaars was dat de administrateurs besloten
Pieter Vader, zoon van hun geestverwant,
de schout van Schoorl aan te stellen tot
secretaris van de 'Stad en Hooge Heerlijk-
heit van Cortgene'. Na de Oranje oproeren
in 1787 is hij bevorderd tot baljuw en rent
meester van de Boedel, omdat de administa-
teurs ontevreden waren over het gedrag van
baljuw Danker Amijs bij deze troebelen. En
toen, in 1795, kwam de grote omslag! Nadat
hij decennia lang door de bevolking met de
nek was aangekeken, zoals zoon Abraham
uitvoerig zou verhalen, werd deze, Pieters
oudste zoon, de eerste vertegenwoordiger
van de eilanden Noord-Beveland en Wolp-
haartsdijk in Zeelands nieuwe volksverte
genwoordiging. De jongste zoon, Willem
Lodewijk werd de schout van Wissenkerke,
slechts negentien jaar oud! Zo dun waren de
patriotten op het eiland gezaaid.
De barre ellende van de Franse tijd deed
alle partijschap verdwijnen en bond de
beide broers innig aan de bevolking waar
aan zij leiding gaven.
Misdaad
Als een van de kenmerken van het negen-
tiende-eeuwse Noord-Beveland kan zeker
het vrijwel ontbreken van misdaad
genoemd worden. Zowel bij hoog- als bij
laaggeplaatsten.
In die eeuw waren de hoge heren niet
overal deugdzaam. De reden dat de Boedel
Van Nassau La Lecq beheerd werd door
gevolmachtigde administrateurs was dat
Wigbold Adriaan van Nassau wegens
financiële misdragingen in 'Secure Bewa
ring' vast zat. En in 1806 bleek één der
beide administrateurs zich zowaar vergre
pen te hebben aan 80.000,-, toebehorend
aan de 'Hondsbossche' (zeewering). Midden
negentiende eeuw was er in Goes hevige
opschudding toen bleek dat vijf heren,
meest leden van de Rechtbank, sommigen
tevens lid van de gemeenteraad, slechts
een goede helft betalen van de Hoofdelijke
Omslag van die stad. Vier a zes maanden
per jaar verbleven zij, of'woonden' zij, bui
ten Goes op hun buitenplaatsen. De
gemeenteraad vond dat dat niet kon, zeker
niet voor leden van de raad! Nadat Mr P.H.
Saaijmans Vader herkozen was tot raads
lid weigerde de raad hem toegang. Maar
men moest bakzeil halen toen de Hoge
Raad had uitgesproken dat die handels
wijze niet in strijd was met de wet. Echter
niet voor lang. Spoedig kwam er een wette
lijk verbod voor deze bedenkelijke vorm
van belastingontduiking.
Op het negentiende-eeuwse Noord-Beve
land niets van dit alles. Alleen uit Kats
wordt een schandaaltje vermeld als een
raadslid, timmerman Eversdijk, rekeningen
blijkt te hebben uitgeschreven voor werk
dat hij niet heeft verricht. Burgemeester
Verschuure kreeg van die opbrengst een
deel. De Districtscommissaris heeft het
33