Afb. 4. Ella Frouwina Dusseldorp op jonge
leeftijd. (Collectie W.F.K. Lenshoek,
Kloetinge.)
duurde ongeveer twintig jaar van 1880 tot
1900. De crisis was ontstaan vanwege de
aanvoer van graan uit Noord-Amerika dat
verbouwd werd op de ontgonnen prairies
en goedkoper was dan de Europese granen.
Tot laat in de negentiende eeuw ontbrak de
mechanisatie in de landbouw. Mede door
de snelle groei van de plattelandsbevolking
die weinig mobiel was, ontbrak de nood
zaak hiertoe. Arbeidskrachten waren in
ruime mate en goedkoop voorhanden. De
factor arbeid betekende een stabiel onder
deel in het ondernemersschap. Zelfs in tij
den van crisis, zoals de grote landbouwcri
sis van 1880-1900, konden de lonen nog
verder dalen, terwijl de lonen al de laagste
waren van heel Nederland.
Wim: 'Ook heeft W.F.K. de crisis van de
jaren dertig van de twintigste eeuw meege
maakt. Hij was in die tijd zeer genereus
ten opzichte van zijn pachters. Indien er
geen geld was om de pachten te betalen
ging hij vaak niet tot invordering over of
ontsloeg hij de pachters van hun verplich
tingen. Dit betrof uiteraard alleen zijn
eigen pachters en niet die van zijn
opdrachtgevers. Ook wenste hij geen finan
cieel voordeel te verkrijgen vanwege het
leed van anderen. Vogelaar uit Krabben-
dijke kwam eens bij hem met het verzoek
of opa zijn hofstee niet wilde kopen, uiter
aard tegen een niet al te hoge prijs. Opa
heeft hem dit ten zeerste afgeraden en de
hofstee is dan ook niet verkocht. De familie
Vogelaar is tot op heden dankbaar voor
mijn grootvaders advies.
Hij was gehuwd met Jakoba Quirina
Cornelia Peman Kakebeke ook een telg uit
een rentmeestersfamilie en zij kregen twee
zonen: Cornelis Egbert Petrus en Jakob
Quirinus Cornelis'.
Jan: 'Mijn vader J.Q.C. heeft de landbouw
school te Wageningen bezocht en aldaar
zijn diploma behaald. Daarna heeft hij
stage gelopen en praktijk opgedaan in
Kent, Engeland, voor wat betreft de fruit
teelt en later in Henegouwen, België, voor
een specialisatie in de landbouw. Mijn
vader was ook een liefhebber van paarden,
maar dat is niet vreemd voor een Lens
hoek. Hij was een landelijk bekend fokker
en hij heeft veel prijzen in de wacht
gesleept. Hij heeft de zaak van mijn groot
vader overgenomen en zijn beleid voortge
zet. Op 17 april 1923 is hij gehuwd met
moeder Ella Frouwina Dusseldorp.
Moeder was een begaafd schilderes. Zij
heeft ondermeer de Academie voor Beel
dende Kunsten te Den Haag bezocht. Zij
was van hetzelfde leerjaar als Han van
Meegen de bekende Vermeervervalser. Ook
heeft zij nog les gehad van professor Luns,
de vader van de vroegere minister van Bui
tenlandse Zaken.
Mijn vader is in twee wereldoorlogen gemo
biliseerd geweest.In 1914 was hij comman
dant van een eenheid die de Vlakebrug, het
kanaal door Zuid-Beveland en het spoor
wegemplacement aldaar moest bewaken.
Er was daar een probleem: er was geen vij
and. Er was geen vijand in Zeeland en er
was geen vijand in heel Nederland te
bekennen. Dit was niet bevorderlijk voor