Afb. 2. De Terluchtse Weel, 2002. (Fotoatlas Gemeentear chief Goes.) Afb. 1. De Nederlandse Hervormde kerk van 's-Heer Hendrikskinderen, omstreeks 1960. (Fotoatlas Gemeentear chief Goes.) de vrouw met geen vinger had aangeraakt, laat staan 'te bedde' was geweest. Hij had geen tijd en zin gehad om een mes te trek ken toen Jan op hem af stoof. De baljuw bracht naar voren dat het gedrag van de kroegbaas al lange tijd te wensen overliet. Allerlei berichten deden de ronde. De afgelopen winter nog had hij ruzie gemaakt met iemand en die met een mes een flinke snee over zijn hand gege ven. Hij viel ook mensen lastig op de open bare weg. Frans de Ruiter, timmerman in 's-Heer Arendskerke, was in november 1779 door hem overvallen bij de Terluchtse weel, toen hij naar huis liep. Hij had met vrienden wat gedronken en was daarna door Jan gevolgd, die hem tegen de grond werkte en een aantal rijksdaalders lichter maakte. Die gebeurtenis werd natuurlijk in geuren en kleuren doorverteld en was aanleiding voor de baljuw om de herbergier te dag vaarden. Jan was, zo stelde de baljuw, een gevaar voor de samenleving en moest als voor beeld voor anderen en ter correctie van zichzelf worden gestraft. Hij eiste een boete van 150,-, hechtenis van zes weken op water en brood en volgens het placcaat van 1654 nog een boete van 75,-. Voor het onveilig maken van de openbare weg en alle misdaden die hij had gepleegd moesten de Edelachtbare Heren maar een passende straf opleggen. Burgemeesters en schepenen veroordeel den Jan tot een boete van 225,-, verban ning voor altijd en betaling van de kosten. Bron: Gemeentearchief Goes, RAZE 1575, folio 147r en 146v, 27 juli 1778. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2007 | | pagina 19