De wonderbaarlijke bevalling van Lena Bruinzeel J.H. Midavaine In 1830 werd Hein Meerburg Snarenberg tot over zijn oren verliefd op de boeren dochter Lena Bruinzeel uit Kattendijke. Hein, wiens officiële voornaam Hendrik luidde, was de achttienjarige zoon van de predikant Johannes Meerburg Snarenberg uit datzelfde dorp en zes jaar jonger dan zij.1* Zijn verliefdheid stak hij niet onder stoelen of banken, want hij volgde haar overal op de voet. Het duurde dan ook niet lang of het paar kreeg verkering en meer malen vroeg Hein of ze met hem wilde trouwen. Toen Lena's ouders erachter kwa men dat hun dochter omgang had met de zoon van de predikant, pakte het heel anders uit dan ze had verwacht. Leendert Bruinzeel en zijn vrouw Maria Feijtel waren van mening dat een huwelijk tussen hen beiden geen stand zou houden omdat Hein niet van het platteland kwam en tot een andere stand behoorde. Het werd oor zaak van bijna dagelijkse ruzies. Omdat Lena haar zin niet kreeg, liep ze op een dinsdagmorgen toen haar ouders naar Goes waren, van huis weg. Het plan was haar ingegeven door Hein, die haar dan net zoveel zou kunnen zien als hij wou. Ze trok in bij Kees van Dee en zijn vrouw in Wemeldinge, een paar behoeftige mensen die in 'het hooge huis' woonden. Maar de vrijheid was van korte duur, want na drie dagen kwam haar vader haar al weer ophalen. Hierna ging het leven zijn gewone gangetje en Lena en Hein bleven elkaar ontmoeten. Iedere week deed Lena samen met haar moeder de was. In het begin van de maand oktober 1831 viel het haar op dat Lena 'in geen twee keren als naar gewoonte de maand stonden gekregen had'. Hierop vroeg ze haar dochter of ze wat mankeerde. Vier jaar daarvoor had ze ook ruim drie Afb. 1. Kattendijke, luchtfoto van het dorp, 1960. (Collectie Gemeentearchief Goes.) 23

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2007 | | pagina 25