Paulus Johan van der Mandere (1844-1921),
burgemeester van Kapelle van 1873 tot 1919
Hoe aan een lange carrière een roemloos einde kwam
G.J. Lepoeter
In dit artikel richten we de schijnwerper op
Paulus Johan van der Mandere, de man
die (benoemd per 16 januari 1873 en ont
slagen per 1 oktober 1919) de eer heeft
gehad de langst in functie zijnde burge
meester van de gemeente Kapelle te zijn
geweest.
Herkomst en afstamming
Paulus Johan van der Mandere was als
oudste zoon van mr. Jacob van der
Mandere en Johanna Elizabeth de Laat de
Kanter te Kapelle geboren op 29 december
1844.
Aanvankelijk waren de Van der Manderes
zeer vooraanstaande patriciërs, maar in de
tijd van Paulus Johan - vernoemd naar
grootvader mr. Paulus Johan van der
Mandere, rechter in de rechtbank van eer
ste aanleg te Middelburg - was de grandeur
van de familie voor het grootste deel ver
waterd. De stamreeks van de protestantse
familie begint vanaf de vestiging in Neder
land (Sas van Gent), met Carel van der
Mandere, geboren te Gent in 1589. Leden
van de volgende generaties waren onder
andere burgemeester van Vlissingen, heer
van Ter Boede, bewindhebber van de
VOC.1'
Dan was er verder wat de vrouwelijke kant
van de familie betreft Johanna Suzanna
van der Mandere, die samen met haar
echtgenoot mr. Johan Gualtherus van der
Poort van Oostkapelle een vermaarde col
lectie schilderijen, tekeningen en prenten
aanlegde. Dat was allemaal lang verleden
tijd.2'
Toch was er nog in 1911 een verre neef,
Henri van der Mandere, die pogingen
ondernam om de oude roem op te poetsen.
Hij richtte zich tot het Centraal Bureau
voor genealogie en heraldiek te 's-Graven-
hage met het verzoek om na te gaan of de
Van der Manderes opgenomen zouden kun
nen worden in de Nederlandse adel. Aan
vankelijk leek het 'alleszins aannemelijk'
dat het verzoek kans van slagen had. Het
overleggen van de voor de in gang te zetten
procedure noodzakelijke familiedocumen
ten bleek evenwel teveel gevraagd. Dit liep
dan ook op niets uit.3'
De vader van Paulus Johan, adjunct hout
vester mr. Jacob van der Mandere had zich
omstreeks 1840 in Kapelle gevestigd. Hij
was er penningmeester en secretaris van
de armbesturen van Kapelle en Biezelinge-
Eversdijk en rentmeester van de kerken-
middelen van Eversdijk. In 1852 werd hij
benoemd in de functie van secretaris/ont-
vanger van de gemeente Kapelle. Hij bleef
dit tot 1 maart 1868, toen hij wegens 'voort
durende ligchamelijke ongeschiktheid' zijn
functies beschikbaar moest stellen. Met
Afb. 1. Het wapen van het geslacht Van der
Mandere zoals dit is opgenomen in Neder
lands Patriciaat, jaargang 7, 1916.
10