Uit de serie kermis- en gelegenheidsliedjes van het Historisch Museum De Bevelanden De graantjes-pikker (op een vrolijke wijs). Een enkel slokje kan geen kwaad Maar klaren is het best, ja, ja Dat houdt een mensch in goede staat Maar bitter is de pest, ja, ja Al wie hem drinkt steeds alle daag Krijgt zulke vlakkeii in zijn maag Maar klaren als ik mij niet ontzag Ik dronk vier pintjes alle dag, bis. Mijn vrouw mag geen genever zien 't Is zonden, dat ik 't zeg ja, ja, Zij zegt men moest den drank verbien Maar dan kwam ik slecht weg, ja, ja Wanneer zij aan mijn adem ruikt Of merkt, dat ik heb drank gebruikt Zij scheldt en raast het geeft geen pas Of ik de grootste dronkaa rd was, bis. Maar een als ik, die lacht er om Ik acht geen vrou wenpraat, neen, neen Want Bartholomeus is niet dom De drank doet mij geen kwaad, neen, neen 'k Krijg frisse kleur en een dik hoofd Een rooden neus van drank gestoofd Dat is al wat men wenschen kan Ik word er nooit meer dronken van, bis. Maar waar blijft Teeuwis zoo lang weer Mijn keel wordt alzoo droog, ja, ja Hij haalt nu voor de vierde keer 't Loopt immers niet in 't oog? Neen, neen Maar ziet hem 't wijf bij ongeluk Zij slaat gewis de flesch aan stuk Ach ja! Mij dunkt ik hoor daar wat Ik wou dat ik de flesch maar had. 32

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2008 | | pagina 34