zouden hebben doorgegeven. Hoe het ook zij, de Duitsers doen een poging Markusse in handen te krijgen, maar deze is net op tijd ondergedoken. Dan gaan ze op zoek naar Andries Dieleman, wiens naam kennelijk ook is gevallen. Het echtpaar Dieleman-Abrahamse, dat op de hofstede 'Wilhelmina' woont, heeft vier zonen en vier dochters. Van de jongens is de vrijgezelle Andries Pieter (1908-1944) op één na de oudste. Evenals zijn andere broers werkt hij op het bedrijf van zijn vader. Het is niet duidelijk welke rol hij in het verzet speelt, of heeft gespeeld. In ieder geval wordt zijn naam en foto vermeld in 'Het grote gebod', het gedenkboek van de 'Landelijke organisatie tot hulp aan onder duikers' (LO). Als de Duitsers verschijnen, zit Andries samen met de onderduiker Cor Heystek uit Middelburg verborgen in een veedrinkput op enige afstand van de boerderij. Zijn broers en de knecht Markusse (niet de man van de OD) staan klaar om met de paarden naar het land te gaan. Door een noodlottige samenloop van omstandigheden ontdekken de Duitsers de schuilplaats. Andries Dieleman en Cor Heystek worden door vier militairen gearresteerd. Vervolgens wor den zij overgebracht naar café 'Wielerrust'. Twee van de drie broers van Andries wor den eveneens meegenomen, maar later weer vrijgelaten. De arrestanten moeten één voor één voor een groep van ten minste zes personen ver schijnen. Heystek, die door een van de soldaten wordt herkend, ontkent in alle toonaarden dat hij op 5 september aan enige activiteit heeft deelgenomen. Na zijn verhoor wordt hij in een apart kamertje gezet. Na een poosje worden Andries Dieleman, Cor Heystek en een tweetal anderen op gevorderde fietsen naar het veer te Kamperland gebracht. Bij het veer heeft Heystek nog enige tijd met Dieleman gesproken. Andries vertelt tijdens het ver hoor te hebben toegegeven dat hij gedu rende de opstand voor de partizanen had gechauffeerd. Hij weet niet hoe de Duitsers aan zijn naam gekomen zijn. Na per boot te zijn overgezet naar Veere, wordt de tocht naar Middelburg per fiets voortgezet. Na in de stad te zijn aangeko men, worden zij opgesloten in het Huis van Bewaring aan de Kousteensedijk. Dieleman en Heystek komen in dezelfde cel. Op zaterdag 9 september wordt Andries weggehaald. Hij wordt naar een van de bunkers van 'Baskensburg' in Vlis- singen gebracht. Een van de gevangenen daar, dhr. Hulstaert, heeft hem daar op die datum gezien. In die gevangenis zaten ook Albert de Colvenaer, Yvan de Colvenaer en André Pierets uit Zelzate (België) en Wim Niesthoven uit Middelburg gevangen. Hoe het tussen 9 en 11 september 1944 verder is gegaan weten we niet precies. Waarschijnlijk ging het als volgt: Na Dolle Dinsdag - 5 september - herstel len de Duitsers in Zeeland zich snel. Van kolonel Oberst Reinhardt wordt in deze dagen veel geëist. Reinhardt moet helpen bij de opvang van de duizenden militairen die van de overkant van de Schelde worden aangevoerd. Ook moet hij gewondentrans porten richting Brabant organiseren. Bovendien heeft hij de taak in een vrij groot gebied orde en rust te handhaven onder een bevolking die op 5 september de bevrijding zag naderen. Hierbij deinzen de bezetters niet terug voor harde maatregelen tegen personen die wegens (vermeende) handelingen tegen de Duitsers worden gearresteerd. Eén van de middelen was het gebruikmaken van het standrecht: de snelle berechting door mili tairen of politieambtenaren, waarbij vaak de doodstraf wordt uitgesproken. Het was ingevoerd tijdens de april-mei stakingen van 1943. De meeste soldaten van het bunkercomplex 'Baskensburg' in Vlissingen waren naar Vlaanderen verplaatst. Er was in Vlissin gen dus voldoende ruimte om de zittingen van het standgerecht te houden. Op zaterdag 9 september staan volgens Caesar Hulstaert, hijzelf, Albert de Colvenaer, Yvan de Colvenaer, André 5

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2008 | | pagina 7