Waèr a 't arte vol van is Salomo z'n mooiste lied
G.J. Lepoeter
Het bijbelboek Hooglied in het Zuid-Beve-
lands dialect.
Vertaalgroep Stichting't Kerkje van Elles-
diek, met illustraties door Jopie Minnaard -
Verheijke, Waèr a't arte vol van is
Salomo z'n modiste lied, Uitgeverij Het
Paard van Troje, ISBN978-90-809531-4-7,
prijs 11,95. Verschijnt 9 maart 2008.
Eén van de zeer tot de verbeelding spre
kende bijbelse figuren is koning Salomo.
(Salomo: rijk aan vrede, rijk aan heil). Om
zijn van God verkregen wijsheid was en is
hij nog altijd vermaard. Wie kent niet het
ongeëvenaarde voorbeeld van zijn wijsheid
in de rechtspraak; het verhaal van de twee
vrouwen die beiden beweerden de moeder
te zijn van een kind, terwijl er een ander
kind, dat aan een van haar behoorde,
gestorven was. Dan weet Salomo de ware
moederliefde te peilen. (1 Koningen 3:16-
28). Bij uitstek verstond koning Salomo de
kunst om zijn wijsheid boeiend vast te leg
gen in aansprekende gedichten. Hij dichtte
drieduizend spreuken en duizendenvijf lie
deren, zo lezen we in 1 Koningen 5:12.
Als sprekend voorbeeld van Salomo's grote
talent is ons Hooglied overgeleverd. Zijn dit
in Hooglied nu gewoon liefdesliederen of
wordt er meer mee bedoeld? Rond het jaar
100 vergaderen de rabbijnen over de vraag
welke boeken tot de joodse bijbel gerekend
kunnen worden. Bij Hooglied lopen de emo
ties hoog op. Kan dat wel, zo'n bundel bijna
niets verhullende liefdesliederen in de Hei
lige Schrift? Rabbi Akiva vindt van wel.
Maar het luistert wel nauw hoe je het
leest. Hij ziet er een beeld in van de
intense liefde tussen God en zijn volk. Het
is het mooiste boek dat je je kunt indenken.
Voorwaarde is wel dat het in de synagoge
gelezen wordt en niet in kroegen en taveer
nes wordt gezongen, want dan wordt het
heilige boek onteerd. Gelukkig heeft de
visie van Akiva het gewonnen. Hooglied
kwam eerst in de joodse Bijbel terecht en is
vervolgens door de christelijke kerk overge
nomen.
Hooglied is poëzie, wereldliteratuur, daar
bestaat geen twijfel over. Er komt een ken
tering in de benadering van Hooglied in de
negentiende en twintigste eeuw. Niet de
Afb. 1. Aquarel uit
het boek, door
Jopie Minnaard -
Verheijke.
33