Afb. 4. Vijfentwin
tigjarig jubileum
als wijkverpleeg
ster in Maasland.
alles ging goed tot ze op een dag haar been
stootte en een flinke wond aan de achter
kant van haar kuit had. De dokter kwam
en wilde de wijkzuster langs sturen om het
te verbinden. Dat moest niet, nee ik, haar
neef moest dat maar doen.
Mede door haar, heb ik het zelfde beroep
gekozen.
De wond, achterop haar been, kon ze tot
haar grote ergernis, zelf niet zien. Ik pro
beerde het met een paar spiegels, maar het
lukte niet. Op de ouderwetse klassieke
manier, zoals zij dat graag wilde ben ik
aan het werk gegaan. Met föhn en knalgele
dermathol wondpoeder. De wond genas
keurig door die dagelijkse zorg, al ging het
niet snel.
Elke dag klonk de zelfde vraag: 'Hoe ziet
het er uit? Wat is het toch vervelend dat ik
het niet kan zien.'
Bijna was de wond dicht, nog een heel
klein plekje, niet meer dan een grote spel
denknop.' Nog even tante en het is
gebeurd', zei ik.
'Zo, is dat echt zo?' klonk het wantrou
wend.
De andere avond kwam ik binnen voor het
dagelijks verbindritueel. Het verband zat
anders, het was niet zoals ik het er gister
avond om had gedaan. Ik deed het eraf en
wat kreeg ik te zien? Een flinke wond, zo
groot als een gulden.
'Wat is er gebeurd?' vroeg ik.
Er kwam een heel verhaal: De buurvrouw
was 's morgens binnen gekomen. 'Nu moet
je eens naar m'n been kijken', had tante
gezegd, 'hoe ziet m'n been er uit?'
De goedwillende buurvrouwogen hadden er
naar gekeken. 'Er zit een gele kop op',
luidde haar boodschap
'Wat, zit er een gele kop op? Dan zal ik
hem eens gauw uitknijpen.' Tante had de
daad bij het woord gevoegd en er eens flink
in geknepen.
'Je weet toch dat ik er dermathol op
gedaan heb, en die is toch knal geel', zei ik.
Ze zei niets, ze keek me alleen maar aan.
'Ach, ja', zuchtte ze na een poosje, 'ik moet
wat meer vertrouwen in je hebben.'
Voorzichtig heb ik haar aan die man herin
nerd, de man die bang was dat hij dood zou
gaan als de wond op zijn been dicht zou
zijn. Ik zal verder maar zwijgen, dacht ik
en heb dat dan ook gedaan.
9