bezittingen geconfisqueerd door de Staten
van Zeeland en vanaf 1582 beheerd door de
rentmeester der wereldlijke goederen van
Zuid-Beveland.9)
Pas toen de oorlogsdreigingen verminder
den, uitmondend in het Twaalfjarig
Bestand (1609-1621), werd er weer aan
bedijkingen van de inmiddels sterk aange
groeide schorren en slikken gedacht. Dat
resulteerde in het bedijken van de Nieuwe
Kraaijert in 1612 en de Borsselepolder in
1616. De bedijking van de West-Kraaijert
in 1642 viel ook nog binnen het tijdsbestek
van de Tachtigjarige Oorlog.
De toponymie10'
In de later bedijkte zeventiende-eeuwse
Kraaijertpolders werd in de lengte een
lange rechte weg aangelegd, gekruist door
een aantal dwarswegen.
In de Oude Kraaijert daarentegen kregen
de wegen een meer natuurlijk verloop,
bepaald door de geografische situatie. In de
oudst bekende schriftelijke bron, het regis
ter van transporten dat begint in 1668,u)
worden de namen van wegen die nu, anno
2008, nog steeds in gebruik zijn, vermeld
zoals de Vlaamseweg (Vlaemsch is naam
voor een groot stuk hout), de Vroonweg
(liep langs een complex belasting vrije
gronden), de Zandweg en de Staalsweg.
Anderen zijn verdwenen, zoals de Groene-
weg (algemeen voorkomende naam in pol
ders), de Blindeweg (doodlopende weg) en
Jongepiersweg.12'
Zoals in de naamgeving van de wegen zich
een stuk ontstaansgeschiedenis weerspie
geld hebben ook de namen van de veldhoe-
ken een historisch ontstaan. De Cuijphoek
is genoemd naar het gemeen land. De Stelle
(of West)hoek verwijst er naar dat vroeger
buitendijks op de schorren een heuvel lag,
waar bij hoog water de grazende kuddes
schapen terecht konden. De Staalhoek in
Afb. 3. Drinkput in de Oude Kraaijert.
18