1675 tot 1700 In deze periode staan er negen huizen in de polder, bewoond door elf gezinnen. Het aantal bewoners moet geschat worden op ca. vijftig tot zestig personen, waarbij het inwonend personeel is meegeteld. In 1686 werd er door timmerman Dinge- man Bastiaens uit Goes nog een nieuw hoefje gebouwd op de vroone in eigendom van Cornelis Janse van Weele. In de polder stonden verder drie grote 'landhoeven' (in de West- en Oosthoek en de Plaage) en langs de Vlaamseweg een aantal 'hoefkens'. 1810-1832 In 1811 stonden er 21 huizen in de polder, die bewoond werden door 24 gezinnen, bestaande uit 127 personen. Dit betekent dus een gemiddelde huisbezetting van 6,05 personen. De bevolking viel uiteen in drie categorieën: landbouwers op acht hofsteden met 29 volwassenen, veertien kinderen beneden de twaalf jaar en zestien inwonende knechten en meiden (59 personen), arbeiders op zeven hoeijes, bewoond door 27 volwassenen en twintig kinderen jon ger dan twaalf jaar (51 personen), arbeiders in zes huurhuisjes, zeventien volwassenen en dertjen kinderen (31 per sonen). In 1830 is de bevolking al vermeerderd tot 147 personen in 32 huizen, bewoond door 26 huishoudens. Er worden dus vier huizen dubbel bewoond. Verder is het nu mogelijk om een verdeling naar godsdienst te maken. Aan katholieken zijn er zes land bouwers en twaalf arbeiders (101 perso nen) en vier protestantse boeren met vier arbeiders (46 personen). Huidige situatie Het landschap, het wegenpatroon en de bebouwing zijn de afgelopen decennia sterk veranderd. Het buurtschap de Graszode is uitgebreid naar elf woningen, maar is nog steeds een doodlopende zijweg van de Oude Zandweg, waaraan ook heel wat meer woningen staan dan tweehonderd jaar geleden. De polder wordt inmiddels doorsneden door de Sloeweg, de Rijksweg A 58 en de spoor lijn, zodat de volledige omvang van de pol der niet meer vanuit het centrum is te overzien en te bereiken. De Kuipweel is grotendeels gedempt, maar is nog wel als zodanig herkenbaar. Via de uitwateringssluis in de huidige Oude Kraaijertsedijk watert de polder nog steeds af op de restanten van de Schenge. Noten: 1. J.P.B. Zuurdeeg, Inventaris van het archief van de Oude Kraaijert. Inleiding, blz. 1. 2. De Putse roede heeft een lengte van 4, 069 m. Een roede heeft 12 voet. Eén voet is dus 0,339m. 3. Archief 's-Heer Arendskerke, inv. nr. 1966. 4. J.F. Maagdendans, Provinciale Almenak 1929. 5. L.J. Pons en I. Ovaa, De bodemkartering van de Kaay- ertpolders, blz. 47-49. 6. C. Dekker, Zuid-Beveland, blz. 226-230. 7. Archief Heren van Veere, inv. nr.'s 231 en 232. 8. C. Dekker, Zuid-Beveland, blz. 230, noot 20. 9. F. van der Doe, Inventaris Rekenkamer B, le stuk. Zo werden de goederen in beslag genomen van o.m. Anthonis van Bourgondië, Heer van Wackene, Eusta- cius van Croy, Heer van Creques, Francois Pietersz. van Cats, gehuwd met Catharina van Schengen en de Jhrn. Joost, Gillis en Gauthier van Claerhout (zonen van een Van Schengemoeder) en Nicolaas Micault, Graaf van Innevelde Zij hadden allemaal (ambachts- heerlijke) belangen in de Oude Kraaijert. 10. W.P. den Toom, Toponymie van de gemeente 's-Heer Arendskerke. Publicatie van De Heemkundige Kring De Bevelanden, Goes, 2004. 11. RAZE 2720, Register van transporten 1678-1700. Bewerkt en uitgegeven door de Prae-1600 club. 12. Overloper Selnissepolder 1548. Uitgave Prae-1600 club. Transcriptie P.A. Harthoorn. Jonge Pier Neef was een 'kleine' grondbezitter in 1548. 13. Archief Ambachtsheren, inv. nr. 41.1, Rekening 1836. 14. Grote Historische Atlas van Nederland, deel 4 Zuid- Nederland 1838-1857. Kaartdeel op blz. 48. 15. J. de Ruiter, Nieuwdorp, blz. 28 en 29. 16. Archief 's-Heer Arendskerke, inv. nr. 207, stukken 1864. 20

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2008 | | pagina 22