Boekindruk
Familiezilver. Een nalatenschap van het
burgergeslacht Leupen. Geschreven door
Piet Leupen. Uitgegeven door Gopher B.V.
Amsterdam, 6 december 2007. ISBN
9789051795646. Te koop in de boekhandel
voor €22,50.
Wat kan er gebeuren als een jongen van
vijftien zich gaat verdiepen in het verleden
van zijn familie? Dan laat hij 50 jaar
later een boek verschijnen met de titel:
Familiezilver.
De schrijver is halverwege de jaren vijftig
begonnen met het verzamelen van gege
vens over zijn familie. In rommelhokken
ontdekte hij brieven, fotoalbums en oude
kranten. Oudere familieleden (vooral tan
tes) leverden ook de nodige kennis op. Hij
kwam in contact met Bob Leupen uit
Almelo, die het archief van zijn vader had
overgenomen, het had aangevuld (1886-
1960) en beheerd.
Vooral de laatste tweehonderd jaar (1800-
2000) waren de Leupens een geslacht van
onderwijsgevenden. Opvallend zijn ook de
vele grote gezinnen, soms wel achttien kin
deren.
In 1872 overleed Albert Adolf. Hij liet zijn
vrouw met vier kinderen en in verwachting
achter. De schrijver noemt het 'het Zeeuwse
famliedrama' omdat ze onverzorgd (geen
pensioen) achterbleven. De vier kinderen
werden ondergebracht in het Burger Wees
huis in Goes, een andere oplossing was niet
voorhanden.
Afb. 1. De moeder van achttien kinderen:
Henriëtte Charlotte Christine Leupen-van
Kampen (Amsterdam 1806-Heerde 1881).
Foto circa 1865/70. (Alle foto's uit het
boek.)
Een van de vier, Davied Pieter, toen negen
jaar oud, werd de grootvader van de schrij
ver. Dan volgt er een beschrijving van het
leven in het weeshuis en dat van de kinde
ren Leupen in het bijzonder. Davied Pieter
werd opgeleid tot boekdrukker en letterzet
ter. In 1894 trouwde hij met Maria Catha-
rina Fünckler, dochter van een Haarlemse
hotelhouder. Werken was niet zijn grootste
liefhebberij. Liever gedroeg hij zich als een
goedgeklede rentenier met een voorkeur
voor goede sigaren. De schrijver - kleinzoon
- herkent zich wel in de indolente en verlei
delijke, lustvolle luiheid van zijn grootva
der.
In de eerste helft van de twintigste eeuw
stijgt de familie op de sociale ladder. Hard
werken, zuinig en fatsoenlijk leven waren
hiervoor de noodzakelijke voorwaarden.
Soms kon het noodlot hard toeslaan bij
voorbeeld als de kostwinner, van de
meestal grote gezinnen, vroegtijdig kwam
te overlijden.
38