De Oude Kraaijertpolder Jan de Ruiter De Oude Kraaijert- of Selnissepolder behoorde vroeger tot de gemeente 's-Heer Arendskerke. Na de gemeentelijke herinde ling van 1 januari 1970 werd het dorp zelf met het grondgebied ten noorden van de vierbaansweg A 58 ingedeeld bij Goes. Het gebied ten zuiden van deze weg, met de dorpen Nieuwdorp en Lewedorp, ging naar de nieuw gevormde gemeente Borsele. Het grootste gedeelte van de Oude Kraaij ert valt (sinds 1973) binnen de grenzen van het stemdistrict en dus binnen het verzor gingsgebied Lewedorp. Alleen het noorde lijke gedeelte van de polder hoort burger rechtelijk bij Goes. Bedijkingsgeschiedenis Bij charter van 20 november 1546 werd door Karei V vergunning verleend aan de ambachtsheren van 's-Heer Arendskerke om een groot schorrencomplex te bedijken, dat was gelegen voor de westelijke zeedij ken van hun ambachtsheerlijkheden 's-Heer Arendskerke en Heinkenszand. Volgens de voorwaarden van het octrooi moest binnen drie jaar met de bedijking zijn begonnen. De lengte van de dijk bedroeg ca. 1400 roeden. Ook de afmetin gen van de dijk waren vastgelegd. Zo moest de polder bedijkt worden met eenen dyck van ses roeden beloops, vijthien voeten hoge en een kruinbreedte van twaalf voet. Indien de polder inundeerde dan zou men op dezelfde voorwaarden opnieuw mogen bedijken.11 Met andere woorden als we de Putse roede aanhouden, die ook bij latere bestedingen werd gevoerd, dan had de dijk een hoogte van 5,10 m, met een kruin breedte van vier meter en een breedte aan de teen van de dijk van 21,4 m.2) In de zeedijk moest een sluis worden gelegd overmits dat men qualick ende ongeryffelick hetselve water deur een ander bedijct lant soude connen geleyden. De grootste aandeelhouders in de bedijking waren Adolph van Bourgondië en Jeroni- mus Sandelijn, de rentmeester Bewester- schelde. Uit de overloper van 1707 blijkt dat de pol der in totaal groot is 1045 gemeten 91roe- den, waarvan 96m/78r aan vronen. Door het recht van aanwas viel 199m/73r onder de ambachtsheerlijkheid Heinkens zand.3' De huidige kadastrale grootte bedraagt 447.70.68 hectare, met een belastbare oppervlakte van 376.29.86 hectare en 52.92.68 hectare vronen.4' Vroegere bedijkingen Hoewel in de vergunning uit 1546 sprake was van het bedijken van de schorren en uytgorssingen, die noid tot geenen tyden bedyckt en syn geweest, is uit het onderzoek van de karteerders in 1950 gebleken dat dit gebied al eerder ingepolderd moet zijn geweest. Zij hadden zelfs de indruk dat de polder ontstaan is als opwas. De kern van de pol der ligt tussen twee kreken, waarlangs de Groeneweg (inmiddels verdwenen) en de Oude Zandweg lopen. Dit landbouwkundig lichte gedeelte heet in de volksmond de Plage en bestaat uit zeer lichte stuiverige grond. In het zuidelijk gedeelte van de polder ligt op een diepte van zestig tot tachtig centi meter een oudere afzetting van nieuwland- grond, gescheiden door een zandlens. In het noorden ligt op twee meter beneden het maaiveld z.g. oud land, bestaande uit Poel- klei met daaronder een één meter dik veen- pakket, zoals dat ook wordt aangetroffen in aangrenzende polder de Brede Watering Bewesten Yerseke. Hier is bij het onder zoek scherfmateriaal uit de twaalfde en dertiende eeuw aangetroffen.5' Dekker61 gaat er in eerste instantie vanuit dat dit gebied na de stormvloed van 1134 buiten de ringdijk is gebleven. Dit buiten dijks land werd met een dikke nieuwland- afzetting bedijkt en moet lange tijd als een hooggelegen schor boven het water hebben uitgestoken. De middeleeuwers hebben hier het veen gemoerd ten behoeve van de zoutwinning (de Zeinering), aan welk feit 15

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2008 | | pagina 17