Bij een boom.. Frans M. Franken Afb. 1. De beuk voor de Villa, omstreeks 1975. (Collectie Gemeentearchief Goes.) Nu alweer enige tijd geleden werd er, met tussenpozen, enkele malen geschreven over een beukenboom voor de Zeeuwse Muziek school in Goes. Moest deze circa honderd jaar oude boom gekapt worden of toch maar niet! Deze berichten deden mij op zoek gaan in de familiefoto's. De hier afgedrukte foto met drie jongedames op de trap van het gebouw is gedateerd 8 december 1913 (afb.2.). Maar helaas gemaakt net bezij den de plek waar het beukje gestaan moet hebben. Wie zijn die jongedames en wat doen ze daar? Het zijn de (leerling-)analis- ten van het Rijkslandbouwproefstation, destijds in dit gebouw gevestigd. Afbeel ding 3 toont ze in het laboratorium. Maar wie zijn het? Afbeelding 2, van links naar rechts: Janna Tollenaar, bakkers dochter uit Krabbendijke. Donner, (uit de toentertijd en nog lang daarna zeer ver maarde textielwinkel in de Lange Kerk straat, gespecialiseerd in 'boerengoed'. De familie importeerde dit textiel zelf uit min stens zes verschillende landen). En ten slotte Jo van Ewijk, dochter van de Rijks bouwmeester voor de zuidelijke drie pro vinciën, afkomstig uit 's-Hertogenbosch. Zij zou in 1924 mijn moeder worden en daar zal ik dus iets uitgebreider over schrijven. Interessant vind ik ook dat Janna Tolle naar zou trouwen met Piet Meijers, een der eersten met de ingenieurstitel uit Wagenin- gen. Hij zou Rijkslandbouwconsulent wor den in Groningen en leraar aan de M.L.S. in die stad. Een Walcherse boerenjongen. Juffrouw Donner zou met het Proefstation mee verhuizen toen dat verplaatst werd naar Maastricht en na haar pensionering, samen met een eveneens ongetrouwde zus ter, in een mooi huis aan de Opril van de Westwal haar levensavond slijten. Nu deze Jo van Ewijk uit 's-Hertogenbosch. Zij was geboren op 15 augustus 1891. Hoe kwam zij in Goes terecht? Zoals gezegd had mijn grootvader als ambtsgebied de zuide lijke drie provinciën en kende uit dien hoofde directeur De Ruijter de Wildt van het Proefstation goed (inderdaad een nazaat van 'onze' Machieltje!). Jo was de jongste van vier kinderen van het gezin Van Ewijk, met een broer en twee zussen. Voor het lager onderwijs was er in Den Bosch een school van 't Nut tot het Algemeen (voor niet-rooms-katholie- ken) en een Rijks H.B.S. Jo bezocht de R.H.B.S., maar, hoewel zij goed kon leren, gebruikte zij wel vijfjaar voor de driejarige periode. Zij genoot van het 'bruisende' Bos sche leven, in de carnavalstijd Oeteldonk geheten. Bovendien had het hele gezin vrij toegang tot alles wat in de Schouwburg, Casino geheten, plaatsvond. Dat kwam omdat mijn grootvader ook particulier mocht 'bouwmeesteren' en als zodanig ook voor de Schouwburg werkte. Mijn moeder heeft in haar jeugd dan ook alle Neder landse en buitenlandse grootheden op het gebied van toneel, muziek en zang gehoord en gezien. 30

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2008 | | pagina 32