Bewesten wege van Oosten in
Bewesten wege van oosten in
Lauwereijs Jans erfgenamen
312 r.'
Steven toni, z.
308 r.
-4
ecclesia Wissekercke
280 r.
Ecclesia wiskercke, z.
288 r.
+8
Lauwwereijs Jans erfgenamen
347 r.
Lauwerens thoni z., z.aen
354 r.
+7
spiritus sanctus tser arenskercke
295 r.
spiritus sanctus hic, w.aen
289 r.
-6
Adriaen cornelis Jans zoon
328 r.
Steven toni z., n.aen
359 r.
+31
Jonge pier piers zoon
614 r.
spiritus sanctus hic, w
606 r.
-8
Mathijs borselare neve
306 r.
Idem w.aen,
300 r.
-6
Bouwen thonis erfgenamen 248 r.)
idem 242 r,) 490 r. Lauweris thoni zoon, 500 r. +10
Lauwereijs Jans erfgenamen 210V2
I Somma 47 gem. preter 6 voeten
I
Sandelijn en Damme I
Idem, 39!'2 r.
1 250 r.
Ecclesia hic, z.oo.aen
270 r.
+20
floris sijmons capelrie
600 r.
Adolff van borselen soon capelrie,n.
620 r.
+20
bouwen waerde
825 r.
Bouwen van waerden erffgenamen,w.,
864 r.
+39
spiritus sanctus tser arenskercke
1800 r.
spiritus sanctus hic w.aen
1799 r.
-1
baanders weggelaten.
Achter elk perceel heb ik het verschil in
oppervlakte tussen de twee overlopers
berekend. Uitzonderingen daargelaten
bedraagt dat gemiddeld niet meer dan 10-
15 roeden. Met enig puzzelen kunnen de
percelen in beide overlopers geïdentificeerd
worden.
De overlopers van Yerseke van 1547 en
1588 zijn ook redelijk goed met elkaar ver
gelijkbaar.41 Er zijn 27 hoeken, waarvan
de beschrijving in beide overlopers vrijwel
gelijk is, met uitzondering, dat bijv. in de
overloper van 1547 de derde hoek beschre
ven staat als 'den huuck daer Cole
Adriaenszone in woonten in 1588 'den
houck daer Jonghe Cornelis Zijmonsen
in woent'. In 1547 was er 'den huuck daer
Jan Mertss boomgaert in lijt, genaemt den
Kakeldans', die in 1588 'den houck daer
Jan Foirtesen ter Vesten boogaert inne leijt,
genaempt den Kaekeldans' genoemd werd.
De percelen zijn, eerder genoemde uitzon
deringen daargelaten, in beide overlopers
in dezelfde volgorde beschreven.
Geheel anders is het met de overloper
van Yerseke van 1518.15) Deze is ingedeeld
in ambachtsporties, en hier zien we dat
de ambachtsheren uit dezelfde families
afkomstig zijn, die we ook al uit de Grafe
lijke Rekeningen van rond 1330 kennen,
zoals van der Maelstede, van Reijmers-
waele, van Baersdorp, Kempen, Reijlof,
Ostee en Everdeijs. De ambachtsporties
zijn verspreid door de gehele overloper. In
feite is het een ingewikkelde compositie
van ambachtsporties en hoeken. Zo zien
we dat delen van het ambacht van Reijm-
merswaele te vinden zijn 'op Wijdee', 'op
Doerloo', aan de 'Vorrenschen weg', en in
'het Monniken Grote Land'. Het ambacht
van een ander belangrijk ambacht, dat van
der Maelstede ligt verspreid over 'den hoek
daer die molen in staet', 'het hooge wegeling
neffens Vlacke', 'tussen de Voerrens weg en
de zuidweg', 'het hootblock daer Pier Hugen
Aerts woont', 'achter Sweedijck', 'voor die
Wijdee' en 'het Monniken Grote Land'. Mijn
poging om aanknopingspunten te vinden
tussen de overloper van 1518 en die van
1547 heeft in elk geval gefaald. Een manier
die vaak succes heeft is om bepaalde instel
lingen als gids te gebruiken. Maar het
lukte mij niet om verband te leggen tussen
de vele 'capellerieën' omdat niet alleen de
namen veranderd bleken te zijn, maar ook
het aantal. Wel waren percelen als 'de cru-
cebroeders in Goes', 'die susteren in Goes',
'tgasthuijs ter Goes' en die 'papelike proven-
den',6> in beide overlopers te vinden, maar
99