samen met anderen gememoreerd zijn. Ik vermoed dat dit het geval is bij het nu en dan voorkomende land waarop alleen 'de grote jaargetijde' staat. Voor sommigen was dit niet voldoende. Zij wilden dat 'ten eeuwigen dage' voor hun zie- leheil gebeden zou worden. Zij vonden een op het oog eenvoudige oplossing. Zij lieten het land na aan hun oudste zoon of dochter, die het na hun overlijden moest doorgeven, niet aan de oudste van het gezin, maar aan de oudste van het geslacht. Daarmee hoop ten zij dat er altijd wel een nakomeling in mannelijke of vrouwelijke lijn gevonden kon worden om het land in bezit te nemen om de daarop rustende jaargetijde uit te voeren. Dat was de theorie. In de praktijk liep het anders. Na de reformatie was het afgelopen met het lezen van missen, maar het gaandeland bleef, want de gerefor meerde kerk wilde het jaarlijkse inkomen van het land niet missen. Een goede beschrijving van de term 'gaan deland' vinden we niet in woordenboeken en zelfs niet op het internet, maar wel in het testament dat Heer Arend van Schen- gen op 3 juli 1401 gemaakt had. Het tes tament zelf is verloren gegaan, maar van wege een proces dat vele jaren later voor het Hof van Holland uitgevochten werd, waarin een kopie van het testament gepro duceerd werd, weten we precies wat erin stond. Na opgave van een lange lijst van percelen die Heer Arend bestemd had om uit de opbrengst voor de armen jaarlijks een uitdeling van brood te voorzien en - niet te vergeten - missen voor zijn zieleheil te houden staat er dat hij ordonneerde: 'dat de voorscreven goeden mette geas- signeerde lasten belast souden blijven ende daer mede gaen en devolveren aen zijn bloede ende affcomste. Over sulcx bij expres geordonneert hebbende dat geene besitter der selver goederen mit haer las ten, dezelve goederen ofte eenige vandijen DIERIJCK ANTHONISZ 1543 JANNE THONIS en erfgenamen X WILLEM MACHIELSZ SCHOOF 1585-1606 CRIJNKEN WILLEMS TENEGIETER 1613-1620 AECHTKEN WILLEMS SCHOOF X JACOB BEEUNAERTS APOLONIA WILLEMS SCHOOF X JOOS JANSZ TIMMERMAN WILLEM JACOBSSEN (SCHOOF) GRAANKOPER 1627-1655 DIRCK JACOBSZ AECHTKEN JOOS X PIETER DIGNUSZ PIETER DIRCKSE SWAAF ALIAS ADMIRAAL 1719 GIJSBRECHT DIRCKSE ALIAS ADMIRAAL Afb. 3. De familieverhoudingen tussen de possesseurs van het gaandeland te 's- Heer Arendskerke. Alleen de dubbel omlijnde personen hebben het land bezeten. 103

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2008 | | pagina 105