betaald moest worden. Er zijn ook, meestal
kleinere stukjes land, die schotvrijwaren
en waarover dus geen belasting betaald
hoefde te worden. Deze worden 'ambachts-
heerlijke vroonen' genoemd. In sommige
overlopers zijn deze in een apart lijstje
vermeld.
Overlopers zijn een momentopname. Ze
geven de situatie weer zoals die op het
moment dat een nieuwe overloper gemaakt
werd bekend was. Dat betekent dat in de
voorliggende zeven jaar veranderingen
plaatsgevonden kunnen hebben, die niet
geregistreerd zijn. Het gebeurde wel dat
een stuk land op naam van een eigenaar
bleef staan, lang nadat deze het land over
gedragen had of zelfs nadat hij overleden
was. Dat komt omdat bij het schrijven van
een nieuwe overloper, de oude overloper als
voorbeeld gebruikt werd. Een verandering
die niet gerapporteerd was werd dan niet
genoteerd, maar men schijnt daarover niet
wakker gelegen te hebben, als het schot
maar betaald werd en de grondheer, als hij
het land verpacht had, zijn pacht regelma
tig ontving.
Het gebruik van overlopers
Om overlopers effectief te kunnen gebrui
ken dient men te weten hoe deze zijn opge
bouwd. Op de titelpagina van een overloper
staat, soms in fraai handschrift, de naam
van het ambacht of de polder en de datum
waarop de overloper opgesteld is. Een typi
sche aanhef is: 'verhevent ende overgestelt
inden somer naer den Ougst voor Bamisse
Anno (afb. 1.). Bamesse, afgeleid van
Sint Baafsmis, is 1 oktober, de traditionele
datum waarop de pacht betaald moest wor
den en boerenmeiden en knechts werden
ingehuurd. In de overloper worden de hoe
ken in een bepaalde volgorde behandeld,
telkens met een kopje met de naam van
de hoek en in welk deel van de hoek de
beschrijving aanvangt. Soms worden hof
steden, molens, wegen en watergangen ver
meld. Zodoende is het bezit van een enkele
overloper nuttig omdat deze topografische
gegevens kan opleveren, zoals de namen
en de ligging van de hoeken en veldnamen.
Daarnaast kunnen we zien welke personen
en families het land bezeten en bewerkt
hebben. Het is waardevoller als we kunnen
beschikken over een reeks overlopers. Dan
is het mogelijk om te volgen hoe en wan
neer een bepaalde eigenaar aan zijn land
gekomen is, hoe lang hij dit bezeten heeft,
of zijn bezit in de loop der jaren gegroeid
is en omstreeks welke tijd hij is overleden
en of het land toen in de familie gebleven
is. Een precieze overlijdensdatum zullen
we niet vinden, maar wel dat het land
plotseling in handen overging van iemand
anders. Dat kan een zoon of een schoonzoon
zijn, of, als een weduwe hertrouwde kon het
gebeuren dat het land op naam van haar
nieuwe partner gesteld werd. Als het land
verkocht werd kunnen wij de overdracht
meestal vinden in de transportregisters.
Onderlinge vergelijking van overlo
pers
Een enkele uitzondering daargelaten kun
nen we verwachten dat vanaf omstreeks
het midden van de zestiende eeuw tot diep
in de negentiende eeuw de namen en de
volgorde waarin de hoeken in een overlo
per beschreven staan, gelijk gebleven zijn.
Natuurlijk zullen percelen land regelmatig
andere eigenaars en baanders gekregen
hebben, maar de volgorde waarmee ze in
de hoek vermeld worden zal niet veel ver
anderd zijn. Wel kan door hermeting de
oppervlakte een paar roeden groter of klei
ner geworden zijn.
Er kunnen wegen (wegelingen) aangelegd
zijn, het perceel kan opgesplitst zijn, men
kan percelen samengevoegd hebben, land
kan opgeofferd zijn aan verdedigingswer
ken etc., maar met een beetje puzzelen
komen we er wel uit. In sommige ambach
ten zien we dat het aantal percelen land in
een overloper omstreeks het eerste kwar
taal van de achttiende eeuw drastisch ver
minderd is, zonder dat dit effect heeft op de
totale oppervlakte. Vermoedelijk heeft men
dan, om de administratie van de schothef
fing te vereenvoudigen, percelen van
eenzelfde eigenaar op de overloper samen
gevoegd. Er is dus geen kluitje aarde van
plaats veranderd. Om dezelfde reden heeft
men vaak naast de standaard overlopers
ook zogenaamde 'vergaarboeken' samen
gesteld. Hierin zijn achtereenvolgens alle
97