het verschijnen van de OAT als eigenaar vermeld Janna Witte, 'wed. Jan van Gils', landbouwster te Sinoutskerke, wat dan weer doorgestreept is en hierboven staat Isaac Martin genoemd als eigenaar.7' Naast de boerderij heeft de familie Martin-Witte in de omgeving dezelfde flinke hoeveelheid grasland en verderop nog een paar percelen bouwland in eigendom als 'Jan van Gils'. Helaas is hier niet vermeld wie de gebrui kers zijn, maar aangenomen mag worden dat zij zelf eigenaar/gebruiker zijn geweest. Mogelijk hebben ze nog wat extra percelen gepacht van de Armen van Sinoutskerke (155), de Kerk van Sinoutskerke (168) en de Kerk van 's-Heer Abtskerke 169), waar mee de lokalisering en de omvang van het bedrijf 't Hooch Huys hetzelfde was als in de zeventiende eeuw (zie tabel 4). In onder staande tabel zijn naast de aard en de ligging van de percelen, de oppervlakte in gemeten en roeden gegeven, zoals geregi streerd in de overlopers, met daarachter de omrekening in aren. In de laatste kolom is de perceelsoppervlakte weergegeven zoals geregistreerd in de OAT. Hoewel de opper vlakten uit de twee bronnen hier en daar wel verschil laten zien, is het uiteindelijke verschil in de som van de percelen met 2,5 toch nog beperkt. In totaal hadden Isaac Martijn Janna Witte in 1832 in de drie hoeken van het Ganzengebied 12 ha 78 are ofwel 32 geme ten 170 roeden in eigendom en hoogst waarschijnlijk in gebruik. Hun voorganger Jan Pierss. Hollander had in 1596 een oppervlakte van 33 gemeten 281 roeden in pacht, waarvan 51 in eigendom. Uit bovenstaande tabel blijkt dat de aard van de percelen in 1832 overwegend weiland was (73 en een minderheid bouwland (27 Alle percelen bouwland lagen direct aan één van de doorgaande wegen, zoals de Noordweg (perceel 83), de Poel- weg of Sinoutskerksezandweg (percelen 162, 165, 167) en de Deeweg (perceel 200). Deze lagen meestal wat hoger, deels op de secundaire kreekruggen, dan de dieper in het Ganzengebied liggende weilanden. Ondanks de wateroverlast was een klein aandeel bouwland toch noodzakelijk voor de teelt van veevoedergewassen. Isaac Martijn had naast de oprijlaan of dreef naar zijn boerderij (perceel 170), ook vanuit de Noordweg via het wegeling 253 nog een toegang naar zijn graslandcomplex. Dit wegeling wordt in de overlopers ook wel het Zoute Wegeling genoemd.41» Zes jaar later, in augustus 1838, zien we in een verslag van een verkenning door het kadaster 'De slooping en vereeniging van no. 191 en 192, nu weiland, no. 325'.421 Raadpleging van de hulpkaarten leert ons nog wat meer over het einde van de oude middeleeuwse boerderij. Perc. Aard Ligging Opp. in gemeten en roeden Opp. in are Opp. OAT 83 bouwland Thijshoek 0 G 189 R 24,7 25,5 119 weiland Wiegenhoek 1 21 42,0 44,7 154 weiland Kerkhoek 4 131 174,1 204,8 156 weiland Kerkhoek 7 186 299,0 299,0 162 bouwland Kerkhoek 2 15 80,4 78,9 165 bouwland Kerkhoek 5 66 204,8 114,1 166 weiland Kerkhoek 38,2 167 bouwland Kerkhoek 55,7 170 wegeling Kerkhoek 11,8 193 weiland Kerkhoek 1 241 70,8 69,8 194 weiland Kerkhoek 6 196 261,1 254,5 200 bouwland Kerkhoek 1 242 70,9 74,3 253 wegeling Kerkhoek 6,7 Tabel 4. Landerijen in eigendom rond hofstede 't Hooch Huys in 1832 20

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2009 | | pagina 24