Op de hulpkaart wordt de bestaande situ
atie, met de boerderij met huis en schuur
plus twee bijgebouwen (191) en een tuin
(192) op 29 augustus 1838 gewijzigd in een
weiland met perceelnummer 325 en een
totaaloppervlakte van 51 are 50 ca, de som
van het oorspronkelijke huis erf van 44
are 30 ca plus de tuin, 7 are 20 ca.431 Inmid
dels was Pieter Roetert Tak, een groot
grondbezitter uit Middelburg, eigenaar
van de oude boerderij geworden44» en zul
len kort daarvoor Isaac Martijn Janna
de Witte als laatste boerenechtpaar op 't
Hooch Huys zijn vertrokken. Uit de 'Nota
van berekende begrootingen der perceelen
onderaan de hulpkaart blijkt dat de boer
derij in klasse 1 viel en de tuin in klasse 2,
beiden voor een bedrag van 35,- per ha.
wat neer kwam op een bedrag van 15,51
voor huis erf en 2,52 voor de tuin,
totaal 18,03 aan polder- en dijklasten.
Tenslotte wordt de hulpkaart op 29 augus
tus 1838 te Goes deugdelijk verklaard door
de landmeter L. Paardekooper en gezien
en goedgekeurd door de bewaarder Pilaar.
De middeleeuwse vliedberg met het stuk
weiland erop blijft daarna nog eigendom
van de familie Tak (Adriaan Tak, art. nr.
583, Jacoba Susanna Petronella Tak, art.
nr. 728), gevolgd door de familie Heijse
(Johann Hermann Christian Heijse, art.nr.
1901, Anne Marie Heyse, art.nr. 2012), tot
het in 1970 samen met de oprijlaan (per
ceel 170) en het aanliggende weiland van
perceel 156, in handen komt van
Willem van Liere, art.nr. 2189 en tenslotte
bij de ruilverkaveling in dat zelfde jaar,
1970, eigendom wordt van de Levensverze
kering Maatschappij Utrecht, art.nr. 2243.
Conclusies
Resumerend kunnen we een aantal voor
zichtige conclusies trekken. Historisch geo
grafisch onderzoek aan het Ganzengebied
bij Sinoutskerke in de periode vóór 1832
wordt met name beperkt door de afwezig
heid van grondkaarten met perceelsinde
ling. Verder zijn er voor deze vroege periode
slechts enkele bronnen, zoals de overlopers
van Sinoutskerke (1596 - 1856) en de sche
penakten van Sinoutskerke (1660 - 1803),
waar men op terug kan vallen. Door op een
effectieve manier gebruik te maken van
koppeling van de gegevens uit de boven
genoemde periode met de gegevens uit de
periode na 1832 (minuutplan, OAT, kadas
trale leggers) kan een redelijke reconstruc
tie gemaakt worden van de geschiedenis
van individuele percelen in de zeventiende
en achttiende eeuw. Voor de geschiedenis
van de hofstede 't Hooch Huys op de vlied
berg bij Sinoutskerke gold in het bijzonder
dat het bronnenmateriaal beperkt was.
Deze middeleeuwse boerderij staat slechts
indirect vermeld in de overlopers, wellicht
doordat hij in vroeger tijden niet belast was
met polder- en dijklasten. Door de gegevens
van de omringende landerijen te koppelen
aan deze hofstede, konden de vermoede
lijke vroegste eigenaren achterhaald wor
den. Een bevestiging hiervan krijgen we
bij interpolatie van wat latere gegevens uit
transportakten uit de schepenakten van
Sinoutskerke. We krijgen op deze wijze een
consistent beeld van de opvolgende eigena
ren en bewoners van de hofstede 't Hooch
Huys, die tevens de pachters waren van de
landerijen er omheen. Dit beeld sluit ook
goed aan op de situatie die we aantreffen
kort na de introductie van het kadaster in
1832, toen de middeleeuwse boerderij door
sloop zijn einde vond.
Noten en litei'atuur:
1. Het ganzengebied, geografisch begrensd door de
verharde wegen Deeweg, Thijshoekseweg, Noordweg
en Sinoutskerksezandweg, werd in de jaren '60 en '70
van de vorige eeuw gevrijwaard van de ruilverkaveling
en werd hierna grotendeels eigendom van Staats
bosbeheer. Later is het gebied, waar ook het dorp
Sinoutskerke in valt, overgedragen aan Natuurmonu
menten.
2. C. Dekker, Zuid-Beveland, de historische geografie en
de instellingen van een Zeeuws eiland in de Middeleeu
wen, Passen, 1971 (2e druk, Krabbendijke, 1982).
3. J.W. Minnaard, Een groene oase in de Poel, de geschie
denis van het ganzenreservaat bij Sinoutskerke,
manuscript nog uit te geven boek.
4. Indien niet nader vermeld worden hiermee uitsluitend
perceelnummers uit Sectie D, Sinoutskerke, bedoeld,
voor het merendeel zijn dit minuutnummers, ontstaan
bij de eerste nummering door het kadaster in 1832.
5. De eerste grondkaart met perceelsindeling, uitge
bracht in 1832 bij het ontstaan van het kadaster. Waar
hier specifiek op gedoeld wordt is het minuutplan met
de minuutnummers van Sectie D, Sinoutskerke, onder-
21