Afb. 1. Rode klaver, tekening door Johann Christoph Heinrich Ehrhardt (1833 - 1912), 23 juli 1910. (Collectie H. Ehrhardt.) Ook van de heer K. Wielemaker uit Culem- borg kregen we enkele aanvullingen op het artikel over de Zuid-Bevelandse NS- stations. 1. Interessant aan het laatste stations gebouw van Rilland-Bath is dat het is ontworpen door architect Sybold van Ravesteyn, die onder andere ook het hui dige stationsgebouw van Vlissingen maar ook het station Rotterdam CS, dat vorig jaar is afgebroken, heeft gebouwd. 2. De bovenste foto op pagina 65 toont vol gens mij niet de spoorbrug bij Vlake, maai de brug bij Schore, waarover de tramlijn van de Stoomtram Hansweert-Vlake liep. Juist boven de draaibrug op de foto is in de verte het stationsgebouw van Vlake te zien, alwaar de stoomtramreizigers konden overstappen op de trein. In Hansweert gaf de stoomtram aansluiting op de PSD- veerboot naar Walsoorden. (Noot van de redactie: Dat is juist, het is inderdaad de brug bij Schore. Zie verder: J. Kok, Sporen door Reimerswaal en Kapelle, in: Historisch jaarboek voor Zuid- en Noord-Beveland no. 22, 1996, p. 5-32.) 3. Bij de beschrijving van het stationsge bouw van Kapelle-Biezelinge staat vermeld dat dit een gebouw is van de 5de klasse. Daarbij is niet vermeld dat de Staats spoorwegen vanaf de allereerste aanleg van spoorlijnen in ons land van staatswege trachtte te komen tot een standaardisering van de stationsgebouwen, door hierin vijf klassen te onderscheiden. Daarbij waren die van de 5de klasse bestemd voor de kleinste stations. Ook de stationsgebouwen van Kruiningen-Yerseke en Krabbendijke behoren tot dit type. Station Goes kende inderdaad een stationsgebouw van de 4de klasse. Verder merkt de heer Wielemaker terecht op dat de foto, op pagina 70, van het station Borssele eigenlijk niet bij het artikel hoort. Dit station lag aan een van de lijnen van de Spoorweg-Maatschappij Zuid-Beveland en niet aan de spoorlijn van Bergen op Zoom naar Vlissingen. Van de heer H. Ehrhardt uit Leeuwarden ontvingen we een reactie op het artikel van Ad Beenhakker over de schilder Van der Spoel. Hij schrijft: Mijn grootvader Johann Christoph Heinrich Ehrhardt is na zijn pensionering uit verveling, hij was al boven de 70, gaan tekenen (1904-1911). Mijn ouders (de gemeenschap was klein in die jaren) hebben Van der Spoel toen gevraagd om eens naar het werk te kijken, met een wellicht te verwachten minachtend, bijtend commentaar tot gevolg. Het werk is geluk kig wel bewaard gebleven. We hebben lang gedacht dat het allemaal niets voorstelde, totdat ik enkele jaren geleden wat van zijn werk als kerstkaart ben gaan gebruiken. Daar kwamen nogal wat positieve commentaren op. In een contact met de directeur van het Natuur museum Fryslan bleek dat het museum een en ander wel wilde hebben. Met heel veel vreugde heb ik het werk afgestaan, mij realiserende dat ook grote, betrekkelijk grote, kunstenaars zoals Van der Spoel zich vergissen kunnen. Maar daartegenover staat toen ik na de begrafenis van mijn vader, overleden 7 december 1938, direct weer op de HBS ver- 24

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2009 | | pagina 28