Een duur slippertje
W.P. den Toom
Zwanger raken terwijl je niet getrouwd
was, dat was in de achttiende eeuw een
grote schande. Als je dan ook nog het kind
baarde terwijl niemand daarbij aanwezig
was en je het kind als het ware kwijtraakte
terwijl je op het privaat zat en vervolgens
het plan opvatte de zaak geheim te houden,
dan kon je niet op enige consideratie reke
nen. Je handelde immers tegen alle regels
die in die tijd golden. De onderste steen
moest boven komen, om te achterhalen wie
de verwekker was en hoe dit alles had kun
nen gebeuren.
Afb. 1. Beeldengroep op de pomp op de Bees
tenmarkt, 1970. (Collectie Gemeentearchief
Goes.)
Zonder pardon werd de schuld bij de vrouw
gelegd en de vader werd in de luwte gehou
den. Hij werd als het ware beschouwd als
een verleidde man, die met veel omwegen
door de vrouw op het slechte pad was
gebracht. En dat terwijl de zaak meestal
net andersom lag: de vrouw werd als het
ware gedwongen het spel mee te spelen
onder dreiging van ontslag en zonder
mogelijkheid om te ontsnappen.
Margaretha Duijnkerke was zo 'n slachtof
fer, dat zeer zeker in grote nood en angst
had verkeerd gedurende een aantal maan
den.
Margaretha zat in 1787 gevangen in Goes
omdat zij een kind had gebaard terwijl
zij ongetrouwd was. Zij was dienstbode
bij de heer Kleijnputte en op maandag 7
mei was ze naar haar dienst gegaan, hoe
wel ze hoogzwanger was. Op de achtste
was ze van een kind bevallen hoewel ze
geen enkele voorzorgsmaatregel daar
voor had getroffen of daar iets voor had
gereed gemaakt. De bevalling was op het
privaat geschied en volgens de verklaring
van de dokter die onderzoek verrichtte en
beëdigde verklaringen van juffrouw Kleijn
putte, moest het kind dood geboren zijn.
Margaretha had zelf ook gemeend dat
het kind niet leefde en daarom had zij er
maar niets over gezegd. De verklaringen
van haar bazin, haar baas, de dochter des
huizes en ook die van de werkvrouw Pie-
ternella Maas, strookten daar volledig mee.
Het was zodoende een duidelijke zaak en
de eiser kon vervolgens verzachtende of
eventueel verzwarende omstandigheden
aanvoeren.
De naam van Paulus den Boer was volgens
de vroedvrouw, Johanna Korzel, gevallen
tijdens het onderzoek dat zij had inge
steld naar de vader.
De eiser wilde geseling en verbanning en
een boete van 200,- voor Margaretha,
wegens de 'Sware en Grouwelijke zonden
van Ontugtigheid, Hoererije en Overspel
26