provincie wilde een goede verbinding met Zeeuws-Vlaanderen om te voorkomen dat het voormalige Staats-Vlaanderen zich zou aansluiten bij Belgisch Vlaanderen. Som mige Zeeuws-Vlamingen gebruikten hier voor het argument dat de verbinding met de rest van Zeeland zo slecht was, dat ze zich beter konden aansluiten bij België. Na verloop van tijd nam de provincie ook alle andere veerdiensten in Zeeland over. In 1872 kwam er een einde aan het veer over het Sloe door de aanleg van de Sloedam. In 1861 werd een wet aangenomen met als doel de oprichting van de Staatsspoor wegen. In 1868 werd de lijn Roosendaal - Goes voltooid en na de aanleg van de Sloedam werd het spoor verlengd tot Mid delburg. Tot 1888 bestond de verbinding uit een enkelspoor en daarna werd de lijn uitgebreid tot dubbelspoor. Tussen 1903 en 1938 stopte de trein ook op de halte Noord- Kraaijert/Lewedorp. Het dorp De omgeving van het huidige Lewedorp, gelegen in de West-Kraaijert bleef lang een bijna leeg gebied. Na de bedijking in 1642 werd er een boerderij gebouwd. In de Franse periode, in 1811 (volkstelling), stonden er binnen het verzorgingsgebied van Lewedorp 47 huizen met in totaal 334 bewoners. De indirecte aanleiding voor het ontstaan van Lewedorp is de afdamming van het Sloe en de aanleg van de spoorlijn. In de tweede helft van de negentiende eeuw waren er in de landbouw steeds meer arbeiders nodig, wat leidde tot het bouwen van de arbeiderswoningen. De katholieke inwoners van dit gebied, die waren aan gewezen op 's-Heerenhoek, wilden nu hun eigen kerk en school. Ondanks tegenwer king van de pastoor van 's-Heerenhoek kwamen die er: de school in 1921 en R.K. kerk in 1928. In 1929 kreeg het dorp zijn huidige naam, genoemd naar Jhr. Lewe van Nijenstein, burgemeester van 's-Heer Arendskerke. Lewedorp bleef behoren tot de gemeente 's-Heer Arendskerke en is nooit een zelfstandige gemeente geweest. In 1930 werd de christelijke school geopend en in 1953 de christelijke kerk. De schrijver heeft aan een aantal onderde len van de geschiedenis speciale aandacht besteed, onder andere aan de Franse tijd met zijn lotelingen, aan een aantal hofste den en aan de Tweede Wereldoorlog. Gezien de strategische ligging van Lewe dorp aan de Sloedam is er zowel in mei 1940 als in het najaar van 1944 gevochten. Toch is de materiële schade beperkt geble ven. Hoe schrijf je een geschiedenis van een dorp dat nauwelijks een verleden als zoda nig heeft? Dat is niet eenvoudig maar, dankzij de uitvoerige aandacht aan de tijd voordat het dorp ontstond is het een tame lijk omvangrijk boek geworden. Over Lewe dorp zelf valt niet zoveel meer te vertellen dan dat het een hoofdzakelijk katholiek dorp is met een kerk, een pastorie en een school. Het is het laatste boek van een serie over alle dorpen die deel uitmaken van de gemeente Borsele. De jarenlange arbeid van Jan de Ruiter heeft een fraaie reeks boeken opgeleverd waar de liefhebbers van lokale en regionale geschiedenis nog lang plezier aan zullen beleven. Hugo de Potter 40

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2009 | | pagina 44