en bood onderdak aan mensen van diverse geloven. Evenals elders ging dat ook in Kapelle gewoon samen. Wel werd in 1595 het reglement vernieuwd, waarbij tal van puur katholieke elementen werden geschrapt. De viering van Vastenavond bleef bestaan, wat tot knarsetanden van de predikanten leidde. Geleidelijk veran derde het gilde van multiconfessioneel tot puur katholiek. Op Zuid-Beveland bleef een grote bevolkingsgroep katholiek, die in stand werd gehouden door rondrei zende pastoors en later door een geheime stadspastoor in Goes en een pastoor voor het platteland, die van schuurkerk naar schuurkerk rondtrok. De katholieke bevol kingsgroep bleef levenskrachtig door de Afb. 4. Ceremoniële beker van het gilde met gravering. De tekst luidt: In Godts name is Iesus ons patroon - der Wijn- gaertrancke. Binnen Capelle. 1686. De beker heeft een hoogte van 12,5 cm. Op grond van het jaartal werd bij vergissing in 1886 het tweehonderdjarig bestaan van het gilde gevierd. Foto C. Dekker 1974. (Collectie Gemeentearchief Goes.) jaarlijkse grote toevloed van seizoensarbei ders, die vanuit Vlaanderen en Brabant in de rijke Bevelandse polders in de landbouw kwamen werken. Grote landeigenaren die wegens het geloof naar de Zuidelijke Nederlanden waren weggetrokken hielden hun Bevelandse bezit aan en zetten daar bij voorkeur roomse pachtboeren op, wat ook het zich handhaven van het katholieke geloof sterk bevorderde. Dat het gilde levend bleef blijkt uit een enkele archiefbron, zoals een optreden voor het handbooggilde van Kapelle in 1667. Een tastbaar bewijs van het overleven van het gilde vormt de schitterende zilve ren drinkbeker met gravering. Deze werd gemaakt in 1686 en zal voor ceremoniële doeleinden zijn gebruikt. Op grond van het jaartal 1686 vierde men later in 1886 bij vergissing het tweehonderdjarig bestaan van het gilde. Ook een nieuw vaandel dateerde uit dat jaar. Korte tijd later, in 1691, kon op Dijkwel een schuurkerk in gebruik worden genomen door de katholieken van het platteland. Dit stimuleerde ongetwijfeld het gildeleven. Dichtwerken en toneelspelen bleven helaas niet bewaard, maar de rollen van de kamer De Violieren uit 's-Gra- venpolder geven een goede indruk van hoe die eruit hebben gezien. Het is heel uitzonderlijk dat een vroeg- zestiende-eeuws gilde bleef bestaan in een tijd die zo ver anderde. Er moeten mensen met gevoel voor traditie zijn geweest in de zeventiende en achttiende eeuw, die de herinnering aan het gilde levend hebben gehouden. In normale omstandighe den konden de katholieken vrij ongestoord hun geloof belijden, mits ze zich maar 6

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2009 | | pagina 8