De 'Vrienden van de travalje'
Ine Bloemen
Sinds afgelopen zomer is het Zeeuwse cul
tuurlandschap een Stichting rijker: 'Vrien
den van de Travalje'.
Drijvende krachten achter de oprichting
zijn Wim Noordermeer, oud-docent Engels
en Geschiedenis en John van Haver, mede
werker bij het archief van de gemeente
Noord- Beveland.
Noordermeer: 'De travaljes werden vroeger
gebruikt voor het beslaan van paardenhoe
ven. Ik ontdekte dat een aantal travaljes
in Zeeland in een zeer slechte staat ver
keren, bijvoorbeeld die in Heinkenszand.
Dat vind ik erg jammer. Al worden ze dan
tegenwoordig niet meer gebruikt, het blijft
tenslotte cultureel erfgoed. Dat moetje
koesteren'.
Een travalje bestaat uit twee maal twee
staanders, van hout of van ijzer. Aan een
ijzeren dwarsstang wordt de hoef van het
paard onbeweeglijk vastgezet, zodat het
paard niet kan trappen of slaan. Voor de
Tweede Wereldoorlog was dit een tame
lijk gewoon straatbeeld in Zeeland. Ook
in Friesland kwamen veel travaljes voor.
Beide provincies hebben landbouwgrond
van zware klei en daar heb je dus zware
trekpaarden voor nodig. Lichtere paarden
worden uit de hand beslagen, een gewoonte
die was overgewaaid uit Engeland. Vooral
de geur van het beslaan kan Noordermeer
zich nog goed herinneren. 'Als ik er een zie,
ruik ik het zo weer'.
Afb.l De travalje van 's-Heer Arendskerke. Gedeeltelijk gerestaureerd, maar aan de bodem
moet nog het nodige gebeuren. (Foto: J. van Haver.)
37