Afb. 3. Goes: Oostwal
- sept. 1944. Geschut
en Engelse oorlogs
voertuigen in de zie-
kenhuistuin. Op de
voorgrond mogelijk
een munitieberg
plaats.
Foto: P. van Dijk.
(Collectie Gemeente
archief Goes.)
brigade, en dus ook waar en hoe succesvol
de andere eenheden waren.
Jumbo Lester had de brigade dusdanig
uitgewaaierd dat het brigadehoofdkwar
tier ingedekt zou zijn voor tegenaanvallen
zodat het veilig was in onze bunker. Ik ging
voor een verkennend wandelingetje de bun
ker in die in allerijl verlaten was door de
Duitse bezetters. Er lag overal troep maar
ik vond een prachtige accordeon die ik mee
nam naar het hoofdgebouw. Iedereen vond
het een fantastisch ding, ook Ben Jones,
maar niemand kon er op spelen.
Toen braken er twee tot drie dagen van
relatieve rust aan, totdat George Sawell me
vertelde dat er een nijpend tekort dreigde
aan bepaalde accu's voor de radio's. Hij
vroeg me dan ook of ik bereid was als vrij
williger met een Weasel 11 naar Vlissingen
te rijden, naar het hoofdkwartier van de
commando's. We wisten dat die een over
schot hadden aan die accu's en die moest ik
gaan halen. Dus gingen we in een Weasel
naar Vlissingen.
Het bleek een angstaanjagende rit te zijn
omdat we met de Weasel tot twee keer toe
de stroomgaten moesten oversteken en er
stond een flinke stroming vanwege het tij.
Daar was ik bepaald niet gelukkig mee
want de Weasel is geen amfibievoertuig. Zij
beschikt in het water over weinig aandrijf-
kracht en ik vreesde dat we hetzij door de
vloedstroom landinwaarts weggezet zouden
worden dan wel door de ebstroom de zee
op getrokken zouden worden en daardoor
afdrijven. Maar we kwamen er doorheen en
vervolgden in het pikkedonker de weg naar
Zoutelande en vandaar meteen door naar
Vlissingen.
In Vlissingen bleek dat het 47ste Com
mando de Bols-stokerij gevonden had;
de mannen waggelden allemaal dronken
rond met flessen in hun handen. Ik vond
wat accu's maar ook nog veel meer flessen
drank en reed met allebei terug naar het
brigadehoofdkwartier aan de andere kant
van Westkapelle waar we helemaal veilig
weer aankwamen.
De foto 21 die Marieke 31 voor mij geregeld
heeft, geeft een zeer precies beeld van de
omstandigheden waaronder wij aan land
kwamen. Een gigantische hoeveelheid
munitie werd naar ons gegooid en het
leek onmogelijk daar ongeschonden uit te
komen maar op de één of andere manier
lukte het. Tijdens de landing realiseerde ik
me één ding dat me steeds is bijgebleven;
dat was hoe fantastisch het was dat in elk
landingsvaartuig dat richting de kust voel
er andere voertuigen zaten die ook konden
varen. Zo zaten er in de grote troepen-
13