Conservator klederdracht Jankees Goud: Titel tentoonstelling herkenbaar als devies! Cees van den Bovenkamp, secretaris 'Vrienden HMDB' Met Jan kees Goud uit Yerseke, conservator van de kle derdracht- afdeling van het HMDB Historisch Museum De Bevelan- den) hadden we een vraaggesprek over de momenteel te bezichtigen expositie: 'Eén- dracht maakt Pracht'. We informeren eerst naar de bedoeling van deze tentoonstelling. Jankees daarover: 'In principe is de ten toonstelling een tijdelijke. De bedoeling is tot ongeveer januari 2010. De opzet van de tentoonstelling is in de aanloop wel iets gewijzigd vergeleken met de oorspronke lijke plannen. Directeur Oomen zette ons al een paar jaar geleden min of meer op het spoor van een tentoonstelling in 2009, omdat dit het jaar van de tradities zou wor den. In september 2008 kregen de plannen een vastere gestalte. In die tijd kregen we van een particulier een verzameling sie raden in bruikleen aangeboden. De vaste tentoonstelling op de zolderverdieping stond daar al een jaar of vijf, wat voor elke textieltentoonstelling eigenlijk een te lange periode is. In dat opzicht kun je gerust stellen dat textiel nooit permanent geëx poseerd mag worden. Het textiel lijdt daar teveel onder. Wel is het prachtig dat het 1MDB de bovenste ruimte als permanente ruimte voor tentoonstellingen met een tex- tielcollectie heeft bestempeld. Dan weetje qua ruimte wat het uitgangspunt is voor nieuwe exposities.' Hoe ben je tot de indeling gekomen zoals ze nu is? 'Je maakt van tevoren een ontwerp. Daar ga je mee aan de slag. Dan blijkt soms dat de praktijk weerbarstiger is dan de theorie. Er moeten dingen aangepast wor den. Je kiest voor een verhaal. Je wilt niet alleen het mooie laten zien, maar ook het minder mooie. Het publiek wil de dracht van rond 1950 herkennen zoals die nog bij een heleboel mensen 'op het netvlies' aanwezig is. Eén kant van de zaal is gewijd aan het verschil tussen protestantse en katholieke dracht. Op Noord-Beveland was er vroeger verschil te zien in de dracht bij vrouwen uit de agrarische sector en mid denstandsvrouwen. Voor Zuid-Beveland hebben we gekozen voor het verschil tus sen arm en rijk van zo rond 1900. Aan de andere kant hebben we aan kledingstuk ken uit rond 1775, kinderkleding en andere zaken aandacht besteed. Noord-Beveland is rijkelijk vertegenwoordigd. We hebben veel informatie over dat gebied gekregen: schilderijen, foto's, kledingstukken. In het Jaarboek van de Nederlandse Vereniging voor Kostuum, Kant, Mode en Streekdracht (www.nvkkms.nl), bij ons beter bekend als de Kostuumvereniging, heb ik een artikel geschreven over de stand van zaken op dat moment. Van het Zeeuws Museum in Mid delburg hebben we een Noord-Bevelandse voorhoofdsnaald in bruikleen gekregen, waarvan er in heel Nederland maar twee exemplaren bekend zijn.' Waarom zijn de poppen zonder hoofd geëx poseerd? 'Dat is voor ons een bewuste keuze op het gebied van vormgeving geweest. Er ston den in de vorige opstelling een aantal was sen koppen. Die koppen dateren van rond 1890. Wij vonden dat ze te veel 'keken' en daardoor te veel aandacht opeisten. Op zich geeft dat niet, maar in deze expositie wil len we juist iets vertellen over de kleren. We hebben gezorgd dat het jak paste en naar aanleiding van die maten hebben we etalagepoppen zonder koppen besteld. Dit 21

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2009 | | pagina 23