'Vereniging ter bevordering van de verkrij
ging van onroerend goed door landarbei
ders "Noord-Beveland"'. Deze vereniging
was op 22 maart van dat jaar, 1921, opge
richt met als doel land aan te kopen en dat
vervolgens in pacht uit te geven aan de
aangesloten landarbeiders. Hij maakte deel
uit van het bestuur en ook vanuit die func
tie had hij veel te maken met Abrahamse
van de christelijke bond, want ook die zat
in het bestuur van de Landarbeidersver
eniging 'Noord-Beveland'.12'
Het voorstel van Priester, om het bieten-
onderhoud wat te verhogen en voor de rest
alles te laten zoals het was, werd in stem
ming gebracht. Het werd aangenomen met
veertien stemmen voor en vijf tegen. De
tegenstemmers waren Govert Leendertse,
Simon van den Berg, Ruiter (een nieuw
lid), Laban de Rijke en Nicolaas Filius. De
vergadering werd geschorst
Toch een akkoord
Gaanderse ging met het voorstel naar de
onderhandelaars van de bonden en zei dat
de werkgevers om half 8 die avond een
beslissing wilden horen. Die kwam er.
Op den bepaalden tijd komt de heer Abra
hamse met den heer Meulenberg meedelen
dat besloten is het aanbod der werkgevers
onder protest aan te nemen. De voorzitter
vraagt of dat woord protest niet achterwege
kon blijven, aangezien dat toch op de wer
king van het af te sluiten contract helemaal
niet van invloed is. De Heer Meulenberg
vraagt het woord. Z.i. is het woord protest
wel degelijk gemotiveerd aangezien het con
tract a.h.w. afgedwongen is tevens hoopt hij
dat het contract door de werkgevers stipt zal
worden nageleefd, omdat gebleken is dat dit
het vorige jaar wel eens te wenschen overliet.
De voorzitter antwoordt dat van afdwingen
van werkgeverszijde absoluut geen sprake
kan zijn. Integendeel meent hij dat dit van
werknemerszijde is gebeurd. Wat betreft het
naleven van het Contract meent spreker dat
dat het vorige jaar stipt is nagekomen. Wan
neer er door de leden enkele fouten gemaakt
zijn dan zijn die voor zover ze het bestuur
ter oore zijn gekomen, hersteld. De Heer
Abrahamse beaamt dit volkomen.
Het resultaat van de onderhandelingen is
te lezen in afbeelding 3, waar het defini
tieve contract is afgebeeld.
Na de loondaling van ongeveer tien pro
cent die de arbeiders in 1921 te verwerken
kregen, kwam daar een jaar later nog een
forse daling van tien a vijftien procent
bovenop. De lonen werden voor maart/
mei 2,25, juni/oktober 2,50, november
2,- en voor december/februari 1,75. Dit
kwam overeen met de procentuele daling
die in Nederland gemiddeld plaatsvond. De
situatie in de landbouw bleef erg onzeker,
waarbij de prijs van de producten op een
laag peil bleef.13' Een verschil met de jaren
daarvoor was wel dat de prijsdalingen nu
ook merkbaar waren in de kleinhandel. De
kosten van levensonderhoud daalden met
ongeveer tien procent.
In februari 1922 was er enkele keren over
leg tussen Algemeen Belang en de werkne
mersbonden, maar tot een formeel akkoord
kwam het niet. Over staken werd niet meer
gesproken. De boeren betaalden de voorge
stelde lonen en in sommige gevallen zelfs
wat meer. Dat kwam vooral doordat de
oogst dat jaar erg zwaar en laat was.
In november 1922 moest het nieuwe win-
terloon vastgesteld worden. Het bestuur
wilde het loon handhaven op 1,75. In
sommige plaatsen (Kamperland, Colijns-
plaat, Wolphaartsdijk) betaalden de boeren
inmiddels nog maar 1,50 tot 1,60. Vol
gens Nicolaas Filius moest het in Wissen-
kerke ook die kant op. Dees vond dat te ver
gaan, want hij meent dat gezien de nog zeer
dure levensstandaard het Bestuursvoorstel
nog zeer wel te verdedigen is, en geeft den
leden in overweging tnomenteel het loon niet
te verlagen aangezien dat onder de werk
nemers zeer zeker verbittering zal wekken.
Met twaalf tegen vier stemmen werd zijn
voorstel aangenomen. Wel wilden de leden
het koffiedrinken in de winter met twintig
minuten per dag bekorten, de dagen waren
dan toch al niet zo lang, maar wordt ook
tenvolle de moeilijkheid onder het oog gezien
hierin een uniforme regeling te treffen.
Er werden verder geen pogingen meer
ondernomen om in overleg met de bonden
een loonregeling voor het hele jaar af te
32