veel grondverzet. Verder was in de Oud- Noordbevelandpolder een dam in de water gang gelegd. Op 28 september werden meer sluizen geopend. Onder andere in de Onrust- en Jacobapolder. De sluizen in Kortgene waren weer gesloten omdat de omkading nog niet dicht was. 's Middags was er weer een vergadering met de polderbesturen en de besturen van de gemeenten. Op initia tief van de plaatselijke bureauhouder van de voedselcommissaris werd een comité gevormd om de gevolgen zoveel mogelijk te verzachten. In de omgeving van Kats was Izak van der Maas begonnen de boerderij te omkaden. Jan de Regt was met acht man bezig aard appels te rooien, met de hand, het was te nat voor de rooier. De buren hielpen L. C. Priester en Joh. de Wild met wijnpeen rooien. Jan de Regt wilde op 2 oktober tarwe dorsen, hij deed dit elektrisch. De meeste dagen was er van 11.00 tot 13.00 uur en van 18.00 tot 23.00 uur stroom. Toevallig was er die maandag de hele dag stroom. Zondag 1 oktober hadden ze op Kortgene de hele dag aan de kade gewerkt, zelfs de notaris werkte mee. De dominee had gezegd: 'Ieder die een spa kan hanteren moet gaan helpen, ook al is het zondag'. Maris Tazelaar was ook begonnen een dijk rond zijn hoeve te leggen. Het water steeg nog niet hard, de ene dag tien centimeter omhoog, de andere dag weer twee centimeter omlaag. Op 4 oktober werd in de Oud-Kortgenepolder de water gang bij Joh. Van Oeveren, die midden door de boomgaard liep, omgelegd tussen hem en het land van Piet van Schaik, zodat die hoek van de polder vrij zou blijven. Donderdag 5 oktober was er plotseling een blij bericht. Heel Noord-Beveland moest droog, het water zou uit de polders gela ten worden. De oorzaak is niet bekend. Sommigen denken dat de inundatie van Walcheren daar mee te maken heeft, zodat de Duitsers op Noord-Beveland daar nog droge voeten konden houden. Jan de Regt was juist begonnen de aard appelen vanuit de hoop in de Annapolder naar de Katspolder te brengen. Hij heeft ze toen maar weer terug laten storten. Zaterdag 7 oktober 's avonds kwam het bericht dat Noord-Beveland weer onder water moest, 's Nachts zouden de sluizen weer open gaan. Gelukkig was het dood tij. Chiel van Arenthals had zijn opgestopte buizen net open gemaakt. De volgende morgen liet hij ze weer dicht maken. Maandag was het een drukte van belang, De Dreu in de Oostpolder was bezig de leiding af te dammen, bij Joh. van Oeveren waren ze met veertig man aan het werk, Izak van der Maas was zijn dam aan het sluiten, bij Piet van Schaik bij Kortgene, waren ze aan het dorsen en producten aan het verslepen. De schade door het zoute water begon zich te vertonen, laag gelegen percelen klavers en lucerne werden zwart. De onderste rij populieren bij Van Schaik stonden met dode bladeren, net als de buitenste rijen bomen in de boomgaard van Van Oeveren. In de Geersdijk- en de Soelekerkepolder was veel water binnen gelaten. In de Spie ringpolder hadden de Duitsers zich vergist, de reservedeuren van de sluis lagen aan de dijk, daarom dachten ze dat ze er uitge nomen waren en ze hebben er verder niet naar gekeken. Op 10 oktober waren er geen Duitsers op Noord-Beveland te bekennen. Het was niet bekend of ze orders met betrekking tot de sluizen hadden achtergelaten. Er kwam niet veel water binnen. Men durfde de spalken toch niet te verwijde ren, wel liet men hier en daar het schoft (afsluitdeur) zakken. Op 20 oktober had het dusdanig geregend dat diverse dam men en opstoppingen weer geruimd moes ten worden om het regenwater te lozen. De sluizen werden iets open gedraaid. Op 26 oktober was er weer een Duitser naar de sluizen komen kijken. Maar 1 november staken de geallieerden de Zandkreek over en was het leed geleden. In die tussentijd was er op andere fronten ook één en ander gebeurd. Het comité dat 5

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2009 | | pagina 7