Wat de Duitsers aan het twijfelen heeft
gebracht is niet duidelijk. Aan de ene kant
wilden zij bij een eventuele
invasie geen onbetrouw
baar Noord-Beveland in
de rug hebben, de Zeeuwse
eilanden zouden moeilijk te
verdedigen zijn en de geal
lieerden de mogelijkheid
bieden een bruggenhoofd
te vestigen. Aan de andere
kant was de voedselvoor
raad op Noord-Beveland
van strategisch belang na
de inundatie van Schou-
wen-Duiveland, Tholen,
St. Philipsland en de Axelse vlakte, in de
maanden februari, maart en april.
In ieder geval is gebleken dat de Duitsers
in het laatst van de bezetting naar wille
keur handelden, wat doet vermoeden dat
het ook een afstraffing moest zijn voor de
perikelen op 5 september.
Het is de vraag hoe het bij het doorgaan
van de inundatie zou zijn verlopen. De
meeste polders liggen met één meter
N.A.P immers vrij hoog. De tijd van inlaten
bij normale vloed is kort. Ook een vraag is
hoe de dijkjes rond de dorpskernen het zou
den hebben gehouden. In sommige geval
len hadden zij een kern van stropakken.
Denk ook aan de vele afvoerbuizen die dan
omgekeerd gaan werken. In ieder geval is
Noord-Beveland ontsnapt aan grote schade
en mag het eiland Koster dankbaar zijn
voor zijn missie, al was de bevrijding juist
op tijd gekomen.
Noot:
1. Voor de gebeurtenissen op Noord-Beveland in de eerste
dagen van september 1944 zie Spuije 73, Een vergeten
oorlogsmonument in Wissenkerke, door Gerard de Fouw
en Bart van Leerdam.
Bronnen:
Brieven van J. S. de Regt te Kats.
Gijs van der Ham, Zeeland 1940-1945, deel II, Zwolle,
1990.
Nic. J. Karhof, Het vergeten eiland: Noord-Beveland in
bezettingstijd, Van der Peyl, 194-7.
Op 2 oktober verscheen plotseling ir.
Sevenster op Noord-Beveland. Van hem
vernam men dat de Duitse generaal de
inundatie niet bevolen had. De zaak liet
hem koud en hij had alles overgelaten aan
de divisiecommandant te Middelburg. Die
verklaarde te handelen op advies van zijn
Oberleutnant-Wasser-Pionier. Die hield
vol dat hij een bevel had ontvangen en dat
moest uitvoeren. Men begreep dat alles
nog niet verloren was en men het ijzer heet
moest houden.
Op 3 oktober wierpen de geallieerde vlieg
tuigen pamfletten uit waarin de bevolking
geadviseerd werd de eilanden in de Schel-
demonding te verlaten.
Ir. Sevenster vertrok spoorslags naar Den
Haag. Hij beloofde door te gaan met zijn
pogingen Noord-Beveland te redden.
De volgende dag kwam een Duitse militair
's morgens aan het gemeentebestuur mee
delen, dat bevel was ontvangen, de onder
waterzetting stop te zetten.
Twee dagen later kwam weer een bevel
tot inundatie, maar dat werd reeds de vol
gende dag weer ingetrokken. In totaliteit
heeft tachtig hectare onder water gestaan.
Het aanleggen en ruimen van de kaden
heeft de gemeente Kortgene 20.170,-
gekost.
Afb. 4. Uitwateringssluis
bij Colijnsplaat. (Collectie
F.A. Dees.)
7