De slag om de Schelde dig. Onze vriendschap duurde 55 jaar en werd met het jaar sterker. Het enige pro bleempje waar ik mee zat was dat mevrouw tegen de kinderen had gezegd dat ik perfect Engels met een heldere uitspraak sprak en dat ze dus heel goed met mij hun Engels konden oefenen. Daarom moesten ze veel, heel veel, met mij praten en dat gebeurde vaak tot drie uur 's nachts. Dit werd mij een beetje te veel, want ik moest echt alles uitleggen over Engelse tradities, geschiedenis en de gekste dingen. Toen ik dus op een avond, nadat ik naar het hoofd kwartier was opgeroepen vanwege een kleine aanval vanuit Schouwen - het eiland dat nog steeds bezet was door de Duitsers - van de brigadegeneraal te horen kreeg dat ik me wat laat gemeld had, moest ik op het hoofdkwartier gaan wonen. Ik kreeg een kamer in het hotel dat eigenlijk gewoon een officiersmess was. Davis, mijn oppasser, was er om me te bedienen tijdens de lunch en het ontbijt, naast zijn andere taken. Het was allemaal erg comfortabel en ik had er een goede tijd zo rondom de Kerst. Ik leerde ook allerlei Nederlandse tradities. Marieke leerde me schaatsen op de slootjes en dan kon ik Antwerpen zien. Ik zag dan regelmatig een machtig vuurwerk wanneer men probeerde de vliegende bommen neer te halen met een spervuur van lichtspoor granaten. Opnieuw realiseerden de mensen in Zeeland zich hoeveel geluk ze hadden nu ze bevrijd waren van hun onderdrukkers. Noten: 1. In 1994 is in de duinen bij Westkapelle een Weasel opgegraven. Een Weasel is een rupsaangedreven voer tuig met drijftanks voor personenvervoer en verbin- dingstaken. 2. De schrijver doelt op een reproductie van een schilderij van de landing dat hangt in een vergaderruimte van het gemeentehuis in Domburg. 3. Marieke is een dochter van de familie waar Donald later ingekwartierd was. 4. Bedoeld wordt de Gereformeerde Kerk aan de Westwal in Goes. Frans M. Franken Een nergens beschreven aandeel in de voorbereidingen van de slag om de Schelde vond plaats ten kantore van de Firma Franken en Van Weel in Goes. Als leverancier van landbouwwerktuigen kon de firma in zogenaamde Spergebieden komen. Zo ook vertegenwoordiger Wil lem de Poorter. Samen met mijn vader, M. Franken, had hij uitgerekend hoeveel meter hij fietste met één omwenteling van het pedaal. Zo reed De Poorter een paar jaar langs alle militaire werken bij de Sloedam en noteerde de afstanden in een boekje. De geheimtaal was: hij noteerde het als nummers van onderdelen van land bouwwerktuigen die aan een boer geleverd zouden moeten worden. Op kantoor werkte hij dit samen met mijn vader uit en zij ver werkten het op kaarten. Daarna werden microfilms gemaakt en die gingen langs geheime kanalen naar Engeland. En waarom is dit niet bekend? Heel een voudig: zij, De Poorter en mijn vader, de mensen van de microfilms en die van de geheime transportlijn vonden het niet nodig om op de voorgrond te komen. Ze deden immers niets anders dan wat zij hun plicht achtten! Ik heb dit ook pas veel later gehoord. Er werd niet over gepraat. Het was overigens ook niet het enige dat zij deden! 18

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2009 | | pagina 20