Kattendijkenaren en dan met name voor
wethouder C. de Wilde die als geen ander
voor de belangen van 'zijn' dorp streed.
Niet de Kattendijkse kandidaat, maar de
uit Wilhelminadorp afkomstige L. Vermaire
werd op 15 mei met een nipte meerder
heid gekozen. De verhoudingen in de raad
waren nu omgekeerd: de 'polderianen'
waren in de meerderheid.
De Wilde liet het er echter niet bij zitten.
Hij plaatste vraagtekens bij de legitimiteit
van de verkiezingen. Volgens hem waren
de kiezerslijsten door onbevoegden opge
steld en niet door het college van B&W,
zoals de wet voorschreef. Bovendien waren
twee bedeelden van de lijst geschrapt die
er wel op hadden moeten staan, omdat ze
het laatste jaar niet langer werden bedeeld.
Volgens burgemeester J.L. Veltman kletste
wethouder De Wilde uit zijn nek. Kon hij
met bewijzen komen? Er was volgens de
kersverse burgemeester niet eens een kie
zerslijst opgesteld en dit mocht De Wilde
zich aanrekenen, omdat hij als wethouder
en als waarnemend burgemeester daarvoor
verantwoordelijk was.7'
De Wilde gaf zich echter niet gewonnen. Bij
Gedeputeerde Staten tekende hij bezwaar
aan tegen de toelating van het nieuwe
raadslid. Toen GS hem in het ongelijk
stelde, ging hij in beroep bij de Raad van
State. Ook bij dit college kreeg hij echter
nul op het rekest.8'
Teleurgesteld ging de wethouder nu zijn
pijlen op de burgemeester richten. Toen
Veltman de raad verzocht om voorlopig bui
ten de gemeente te mogen wonen, omdat
er voor hem geen geschikte woonruimte in
Kattendijke was te vinden, protesteerde De
Wilde. Enigszins sarcastisch merkte hij op:
'Kattendijke is maar een klein plattelands-
gemeentetje en men had niet verwacht dat
dhr. Veltman een levenswijze zou volgen als
hij nu doet, ik wil hierover geenszins mijn
afkeuring uitspreken, ieder leeft zooals hij
wil.'91
Veel meer dan een achterhoedegevecht was
het niet. De Wilde besefte dat de kans op
een gemeentehuis in Kattendijke klein was
en dat, gezien de beschuldigingen die Velt
man tegen hem had ingebracht, zijn dagen
in de raad waren geteld.
De directie van de Wilhelminapolder greep
zijn kans en liet in juli de gemeenteraad
weten bereid te zijn om de jaarlijkse sub
sidie aan het plaatselijk onderwijs van
200,- op 400,- te brengen op voorwaarde
'dat het gemeentehuis blijft in de gemeente
Kattendijke wijk B.' Bovendien bleef het
aanbod 'tot kostelooze afstand van grond
voor plaatsing van een gemeentehuis' van
kracht. Van een renteloze lening, zoals in
het oorspronkelijke voorstel vervat, was
echter geen sprake meer. Als de gemeente
geld van de Wilhelminapolder wilde lenen
kon dat tegen een rente van vier procent.101
De directie moet hebben geweten dat, nu
Wilhelminadorp over een meerderheid in
de raad beschikte, de concurrentie was uit
geschakeld. Ook al was de ambachtsheer
van Kattendijke met een aantrekkelijk
tegenvoorstel gekomen, de vier raadsleden
uit Wilhelminadorp zouden zo'n voorstel
toch wel torpederen.
In juli 1906 boog de raad zich over het
aanbod. Van Daalen liet er weinig mis
verstand over bestaan dat hij het voorstel
van de Wilhelminapolder alleen al vanuit
financieel oogpunt aantrekkelijker vond
dan het aanbod uit Kattendijke. De rente
loze lening van de ambachtsheer woog in
zijn ogen niet op tegen de financiële injec
ties van de Wilhelminapolder in het lager
onderwijs. Ook burgemeester Veltman vond
het 'met het oog op de ligging, het grooter
deel der bevolking en de drukte van de ver
keersweg' beter dat het gemeentehuis in
Wilhelminadorp bleef.
Argumenten waren in deze raadsverga
dering niet nodig. Omdat de drie leden
uit Kattendijke (De Wilde, L. Korstanje
en M. van Damme) demonstratief waren
weggebleven, werd de vergadering slechts
bijgewoond door de vier afgevaardigden
uit Wilhelminadorp. Het voorstel van de
Wilhelminapolder werd dan ook 'met alge-
meene stemmen' aangenomen. Het gemeen
tehuis kwam in Wilhelminadorp te staan.
Veltman was in zijn nopjes en kon het niet
laten om De Wilde nog een veeg uit de pan
te geven. Het lag niet aan de burgemeester,
zei hij, 'dat het gemeentehuis niet in A is
gekomen, doch aan den heer De Wilde met
al zijn intriges.'111
9