ber van datzelfde jaar weer afgebroken. De noordelijke uitbreiding zorgde ervoor dat er in 1813 voor korte tijd een verbinding van Amsterdam tot aan de Middellandse Zee liep. Heel kort, want nadat Napoleon verslagen was en naar Elba werd verban nen koelde het volk zijn woede op alles wat Frans was. Ook de nuttige telegraaftoestel len werden niet ontzien. Toen Napoleon in 1814 de macht weer overnam gaf Koning Willem I opdracht om zo snel mogelijk een deel van de lijn weer operationeel te maken. Omdat niet veel later Napoleon zijn Waterloo vond, hoefde dit plan niet te worden voltooid. Sterker nog, wat nog aan telegrafen was overgebleven werd in 1815 op last van de Nederlandse overheid ver wijderd en opgeslagen. Lipkens' telegraaf Vijftien jaar later kwamen de telegrafen weer tevoorschijn. Tijdens de Belgische revolutie in 1830 was er behoefte aan een snel communicatiesysteem. De regering riep hiervoor de hulp in van Antoine Lipkens (1782-1847). Het moest een goed koop en simpel te bedienen systeem worden omdat er door het conflict met de Belgen nauwelijks tijd was om mensen op te lei den. Daarnaast wilde men geen kerktorens aanpassen zoals voor de Chappe-telegrafen noodzakelijk was gebleken. Om aan deze eisen te voldoen bouwde Lipkens verder op het concept van Lord Murray. Deze Lip kens bestond uit een constructie met boven elkaar drie latten met elk twee houten panelen die onafhankelijk van elkaar kon den bewegen. Er konden 63 verschillende symbolen worden weergegeven. Ingenieur G. Jooss maakte het seinboek waarmee de berichten gecodeerd verzonden konden worden. In Zeeland hebben deze telegrafen in Waarde, Kruiningen, Heinkenszand, Arnemuiden en Vlissingen gestaan. Het seinstation in de Zuid-Kraaijert We hebben gezien dat het een komen en gaan is geweest van diverse soorten tele- graafnetwerken. Omdat de levensduur van de seinposten relatief kort was, zijn lang niet alle locaties gedocumenteerd. Ik heb geprobeerd de plaats van onze 'Blik ken Jan' via oude kaarten, archiefgegevens en wat veronderstellingen te achterhalen. Daarnaast heb ik gezocht naar een plausi bel antwoord op de vraag welk type sein post het moet zijn geweest en hoelang de seinpost er was. Functie en type De seinpost wordt niet vermeld als locatie in bekende netwerken. Daaruit concludeer ik dat de seinpost geen onderdeel van een groot netwerk is geweest of dat de post niet lang heeft bestaan. De Zuid-Kraaijert- polder lag in deze tijd tegen twee belang rijke waterwegen aan. Aan de zuidkant de Westerschelde en aan de westkant het Sloe, dé verbinding tussen de Ooster- en Westerschelde waarvan ook de Fransen veelvuldig gebruik maakten. Langs het Sloe zullen er, om te communiceren, naast batterijen ook seinposten hebben gestaan. De seinpost was vanaf oktober 1807 ope rationeel. Gezien de locatie heeft de post een maritieme functie gehad zodat er zeer waarschijnlijk een Franse 'Depillon' sema- foorpost heeft gestaan. Deze seinpost is hoogstwaarschijnlijk tijdens de 'Walcherse' campagne in 1809 door de Royal Navy vernietigd en, omdat de Fransen over stapten op telegraafposten met een groter bereik, niet meer hersteld. In het Nationaal Archief vinden we nog wel de plannen voor een fort a la Rammekens terug op de Beve- landen.17) Dit fort is er nooit gekomen. Op Walcheren kwamen alleen de seinposten in Vlissingen, Westkapelle en Veere terug. Vanuit Vlissingen en Veere communi ceerde men met de post in Heinkenszand van waaruit de berichten via Baarland de Schelde overstaken naar Terneuzen. Plaats Ik had gehoopt de locatie van de seinpost op een oude kaart terug te kunnen vinden. Toen dat niet lukte18' moest ik terugvallen op archiefstukken en de nodige aannames om deze plaats bij benadering te kunnen herleiden. Als basis gebruik ik hiervoor een kaart uit 1810 met daarop de locaties van de batterijen langs het Sloe.191 Omdat op andere plekken seinposten en batterijen dicht bij elkaar waren gelegen, veronder- 29

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2009 | | pagina 31