Zuiver zilver? kopergrav.84 x 92 cm; uklu 00-33-03; Deze kaart vertoont veel overeenkomst met kaartblad III van de 'Chorographische kaart van Holland vereenigd met het Fransche Rijk' en is vermoedelijk een prototype daarvan. - Lit.: J.A. van der Linden, Topografische en militaire kaart van het Koningrijk der Nederlanden. Bussum 1973. p. 13. 0004 ru Groningen. 19. Nationaal archief 4.0PV Z4B 'Plan de la rive oriëntale du Sloe' (de Zuid-Bevelandse oever van het Sloe). 20. De seinpost in Domburg lag naast de daar gelegen bat terij. (Bron: Peter Blom, Zeeuws Archief). 21. Dit is een aanname die niet door harde feiten wordt gestaafd. Volgens de inwonerslijsten zaten ook in Nieuwdorp leden van de Garde des Cotes (kustwacht) ingekwartierd. 22. Gemeentearchief Goes, inventarisnr 12: Brief aan gemeentebestuur 30 sept. 1807 en de brief van de land lieden Slabbekoorn en De Jonge die omstreeks 8 oktober aan de landdrost lieten weten dat het ondoenlijk was om naast de aangekondigde twee mannen ook hun twee vrouwen (waarvan één hoogzwanger) en zeven kinderen van onderdak, kost, drank en brand te voorzien. 23. Bron: www.sraskerke.nl onder de inwoners in 1813 vin den we een Corneille de Jonge terug onder nr 748. Hij woonde op nummer 198. Op de lijst van 1811 vinden we echter drie Cornelissen terug onder andere nummers. 24. Zeeuws Archief: toegangsnummer 3172, inventaris nummers 51, Overlopers, zevenjaarlijkse op geografi sche grondslag gebaseerde opgave van de grootte van de gronden met hun eigenaren. Middelweg Zuid- Kraaijertse weg. Tweeden Dwarsweg De groene weg. W.P. den Toom De Criminele Vierschaar van de stad Goes kwam bijeen op de zesde van de wijnmaand (oktober) van het jaar 1809. De heer Wil- hem van Citters, baljuw van de stad, proce deerde tegen Gregorius Godefridus van de Ven, 39 jaar, zilversmid in Goes en gevan gene ten gevangenhuijse. In naam des konings, Lodewijk Napoleon, koning van Holland, eiste hij een veroorde ling van de gevangene wegens een over treding die eigenlijk niet te bewijzen viel. President en schepenen hadden de zaak nauwkeurig onderzocht en het was nu aan de eiser om aan te tonen dat hij gelijk had. Wat was het geval? Keurmeesters hadden op de 27e van de zomermaand (juni) 1808 de werkplaats van de zilversmid gecontroleerd en daar op de werkbank zes tinnen gegoten beugeltjes voor schoengespen gevonden. De letter 'O' was ingegoten zonder enige andere tekens. Er lagen nog twee beugeltjes met de letter 'O' ingegoten en nog andere keurtekens. Daarom ging de baljuw er van uit dat er een poging tot vervalsing was gedaan, maar Gregorius beweerde dat de beugels als oefening waren gegoten en dat de letter 'O' later zou worden weggevijld. De baljuw was echter niet van zijn stuk te brengen en eiste vier weken eenzame opsluiting en betaling van de kosten van het proces. Dominicus, de procureur en verdediger van Gregorius, liet geen spaan heel van die eis en herhaalde nog eens de bedoeling van het gieten van de beugels. Hij eiste provi sioneel ontslag uit de gevangenis omdat de gevangene al zo lang in arrest zat. Het was pure hetze en onberadenheid van de aanklager. De baljuw reageerde vervolgens weer op de uitspraken van de verdediging en was kwaad op de procureur. Die op zijn beurt het optreden van de baljuw onbe hoorlijk noemde. Door toedoen van de eiser had de gedetineerde acht maanden ellende beleefd. De zilversmid zou dan ook genoeg doening eisen om zijn medeburgers voor dergelijke streken in de toekomst te behoe den, zo betoogde hij. President en schepenen, niet geheel over tuigd door de beweringen van de eiser, veroordeelden de gevangene tot 24 uur een zame opsluiting en betaling van de kosten. De misdaad van vervalsing, om zo de ges pen als origineel in de handel te brengen, was niet te bewijzen en zij ontzegden de eiser zijn verdere eisen. De 23e van de slachtmaand (november) 1809. Bron: Gemeentearchief Goes, RAZE 1576, folio 43v - 49r. 32

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2009 | | pagina 34