koning een dorp tot stad, zoals Roosen daal. Regelmatig worden aan de vorst zilveren stadssleutels aangeboden, die bij vertrek overigens gewoon in die stad achterblijven. Hoe dichter het verslag van de reis bij Zeeland komt, hoe meer foutjes er opduiken. Zo maakt ook deze auteur de fout Goeree en Overflakkee tot Zeeland te rekenen (blz. 101). Op bladzijde 121 over schrijdt de Koninklijke stoet eindelijk de grens met Zeeland. In Nieuw-Vossemeer (Noord-Brabant) speelt een proces over het windrecht van de molen, door de auteur herhaaldelijk windrechten genoemd. In Nieuw-Vossemeer bezoekt de koning de schuurkerk, 'genoemd naar Joannes de Doper', schrijft de auteur. In Brabant heeft de koning diverse dorpen tot stad verhe ven, in Zeeland degradeert de auteur de stemhebbende stad Tholen tot dorp (blz. 121). Overigens heeft Tholen wel een stad huis (blz. 125). Op blz. 123 heet het dat de inhoud van de asbakken voor de ega- lisering van het slechte wegennet (werd) gebruikt. Ook de voormalige katholieke kerk van Oud-Vossemeer, op het moment van het koninklijk bezoek in gebruik bij de hervormden, is genoemd naar Johannes de Doper, net als Nieuw-Vossemeer (maar dan zonder h). Een meestoof is een soort schuur waarin meekrapwortels worden gedroogd, waar rode kleurstof uit werd gewonnen (blz. 127). Vanuit de Hoogstraat in Tholen verplaatst het gezelschap zich per koets in de richting van Zierikzee. Op naar Poort vliet, Scherpenisse en Stavenisse! Met het koninklijk jacht gaat het dan naar Zierik zee. De auteur put verder uit de 'stadsre kening van het eiland Stavenisse' (127). In Zierikzee is een hofje 'genoemd naar de Heilige Jacob, het gilde van de schippers' (129). In het pand Havenpark 8 is accoun tants- en adviesgroep Rijkse gevestigd, lezen we op blz. 130. Op blz. 134 waagt de auteur zich aan een beschrijving van het Zuid-Bevelandse Kapelle, terwijl de koning het gehucht Kapelle bij Zierikzee aandoet. Hier en daar staan onbegrijpelijke zin nen: De gevelsteen aan de achterzijde van de pastorie uit 1803 verwees tijdens het bezoek van de koning naar een actieve geloofsgemeenschap 139). In Zierikzee bracht het stadsbestuur de nijpende staats financiën onder de aandacht (143). Bij het verslagje van het bezoek aan Goes meldt de auteur dat de koning bij A. van Tilburgh logeerde, wat later hotel De Korenbeurs werd. Een gedenksteentje aan het konink lijk bezoek, dat in dit pand is ingemetseld, vermeldt de auteur helaas niet. De inves teerders van de Wilhelminapolder, aan vankelijk naar de koning Lodewijkspolder geheten, komen volgens de auteur opeens uit Amsterdam, en niet uit Rotterdam (148). Op dezelfde bladzijde: Een duidelijke stap voorwaarts voor de inpoldering was de aanleg van een kanaal, compleet met sluis. Ook: Koning Lodewijk zou de eerste steen van de Lodewijkspolder leggen. Op strategische gebieden in het kustgebied was sprake van militaire activiteit (151). Bij een beschrijving van de altaarstenen gewijd aan de inheems-Romeinse godin Nehalennia meldt de auteur dat er één Afb. 1. Lodewijk Napoleon. (Afbeelding uit het boek.) 34

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2009 | | pagina 36