Boekindruk
200jaar Wilhelminapolder 1809 - 2009.
Waar eens vloed en ebbe viel. Auteurs: Art
de Vos voor de negentiende eeuw en Rinus
Antonisse voor de twintigste eeuw. Uitge
verij Scriptum Publishers, Schiedam 2009,
237pagina's, ISBN 978.90.5594.6600,
24.95.
Het voorwoord, geschreven door mr. J.C.
ten Cate, voorzitter van de Koninklijke
Maatschap van eigenaren van de Wilhelmi
napolder en de Oost-Bevelandpolder, begint
met een gedicht van W.H. Warnsinck (1782-
1857):
Hier, waar eens vloed en ebbe viel,
Bij 't ruischen van breede baren,
Daar schiep de kunst, door 's menschen
hand,
Een zee van gouden korenaren
Rondgolvend over 't vruchtbaar land.
De Wilhelminapolder is een akkerbouw
bedrijf in de vorm van een maatschap met
370 maten. In 1809 kocht een aantal (24)
rijke Rotterdammers, uit louter specula
tieve overwegingen het schorrengebied
ten noorden van Goes. De opdracht tot de
verkoop van deze buitendijksegebieden
kwam van de Koning van Holland, Lode-
wijk Napoleon. Voor 650.000 gulden waren
ze eigenaar geworden van een onbedijkt
gebied van ongeveer 1.400 hectare.
De invoering van het Continentale Stel
sel door Keizer Napoleon had de overzeese
handel bijna tot stilstand gebracht. Veel
kapitaal bleef werkloos liggen. De kapi
taalkrachtigen zochten naar nieuwe beleg
gingsmogelijkheden o.a. in de aankoop van
grond.
In mei 1809 werd begonnen met het indij
ken van het gebied. De Engelse invasie
(1809) in Zeeland zorgde voor een ernstige
vertraging en oplopende kosten. In 1810
werd de polder in cultuur gebracht. De
maten (eigenaren) gingen boeren. Tegen
wil en dank werden ze van grondspeculant
tot boer. Het was het gevolg van de dalende
grondprijzen. Nu verkopen had alleen maar
51
V i
36