verliezen opgeleverd. Er werd gewacht op
betere tijden. In 1820 werd voor de eerste
maal dividend uitgekeerd. In 1820 woon
den er tweehonderd mensen in de polder
en tien jaar later driehonderd. Een groot
probleem was de drinkwatervoorziening
in de Wilhelminapolder. Het kon gebeuren
dat tijdens de drukke oogstmaanden de
losse arbeiders de polder verlieten vanwege
het gebrek aan drinkwater. Soms werd het
drinkwater vanuit Rotterdam aangevoerd.
Als de kwaliteit te wensen overliet werd
er jenever aan toegevoegd en daarvoor liep
niemand weg. De Wilhelminapolder zorgde
goed voor het personeel door het invoeren
van een aantal sociale voorzieningen. De
bewaarschool zorgde er ook voor dat wou
wen productief waren, tussen zes uur 's
morgens en zes uur 's avonds, als arbeid
sters in de polder.
Bijna de gehele negentiende eeuw werd de
Wilhelminapolder geleid door drie genera
ties Van den Bosch. In deze periode kreeg
de Wilhelminapolder een speciale positie in
Zeeland. Het groeide uit tot een modelbe-
drijf in een traditionele omgeving.
In 1893 kwam er een einde aan de bewind
voering door de familie Van den Bosch.
De vierde generatie werd niet bekwaam
genoeg geacht om het bedrijf te leiden. H.A.
Hanken werd de nieuwe directeur.
De hoofdstukken negen t/m vijftien behan
delen grotendeels de twintigste eeuw,
auteur is Rinus Antonisse. De agrarische
samenleving veranderde geleidelijk in een
industriële samenleving. Zeeland bleef
enigszins achter bij de landelijke ontwik
keling. Rond 1895 kwam er een einde
aan de landbouwcrisis. De prijzen voor de
landbouw- en veeteeltproducten begonnen
weer te stijgen. Akkerbouw bleef in de Wil
helminapolder de belangrijkste activiteit.
Door gebruik te maken van kunstmest,
betere onkruidbestrijding en toepassing
van drainage verbeterde de opbrengst. De
Wilhelminapolder ontwikkelde zich tot een
modern, vooruitstrevend landbouwbedrijf.
In 1936 werd de 78-jarige Hanken opge
volgd door Abraham Minderhoud. Hij legde
nog meer de nadruk op de akkerbouw ten
koste van de veeteelt.
Een groot probleem bleef de bestrijding
van het onkruid in de polder. Na de Tweede
Wereldoorlog ging men chemische bestrij
dingsmiddelen gebruiken, ook tegen plan
tenziektes en insecten. Minderhoud stelde
ook een ambitieus mechanisatieplan op dat
moest leiden tot een rationelere bedrijfs
voering.
Tijdens WOII kreeg de Wilhelminapolder
te maken met het leveren van paarden en
wagens aan de Duitsers voor oorlogshan
delingen (1944). Al eerder, in 1943, zorgden
stormen en dijkval ervoor dat delen van de
Wilhelminapolder onder water kwamen te
staan.
In 1957 werd Abraham Minderhout als
directeur opgevolgd door zijn zoon Jan.De
Afb. 2. Stoom
kracht in de
Wilhelminapolder.
37