slechte naam en met grote spanning werd
door de bevolking afgewacht hoe de mili
tairen zich zouden gedragen. Voor de stad
Goes bleek het onderhoud van deze solda
ten spoedig te zwaar en daarom moesten de
omliggende dorpen een evenredig aandeel
in de kosten leveren.
Op 26 juli 1572 zagen de wachters op de
torens van de dorpen en de dijken de vloot
van de watergeuzen naderen. Zuid-Beve
land was spoedig bezet. Na het in brand
steken en het plunderen van een aantal
dorpen stonden de aanvallers in korte tijd
voor de poorten van Goes. De geuzen bra
ken het beleg onverwachts weer op in ver
band met de geruchten dat er een Spaanse
legermacht in de richting van Goes kwam.
De watergeuzen staakten de strijd maar
tijdelijk. Kort daarna sloegen zij opnieuw
het beleg om Goes.
Uiteindelijk werd Goes op 21 oktober 1572
ontzet door de troepen van Mondragon die
vanuit Brabant kwamen en door het ver
dronken land van oostelijk Zuid-Beveland
trokken. Nadat de watergeuzen waren weg
getrokken bleek pas hoe groot de schade
was in Goes en het omliggende platteland.
De dreiging van een nieuwe belegering
door de geuzen bleef bestaan. Alle manne
lijke inwoners werden verplicht om één dag
per week mee te werken aan de fortificatie
van de stad. De dreiging van een nieuwe
geuzeninval op Zuid-Beveland bestond eind
1572 nog onverminderd. In 1576 vertrok
ken de laatste Spaanse troepen uit Zuid-
Beveland, daarna verklaarde Goes zich
voor de Prins van Oranje.
Clasien Rooze heeft een helder boek
geschreven. De stijl van dit mooi uitgege
ven boek is fraai. Haar boek belicht een
belangrijke periode en is zonder meer
een aanwinst te noemen voor de Zeeuwse
geschiedschrijving.
O.W. Hoogerhuis
48