Watersnoodramp 1953
Het verhaal achter de onbekende foto
Willem Passenier
Tijdens een bezoek met mijn echtgenote
aan het Watersnoodmuseum in Ouwerkerk,
oktober 2007, zag ik in de map Colijnsplaat
een foto van een dropping in 1953 aldaar.
Het bleek een foto te zijn waar niets over
bekend was. Deze foto kwam mij zeer
bekend voor omdat ik bij die gebeurtenis
was geweest.
Na enig aarzelen heb ik het hierna vol
gende verhaal achter die onbekende foto op
papier gezet.
Inleiding
Sinds 5 april 1951 was ik dienstplichtig
militair en kreeg mijn opleiding aan de
S.R.O.LuA (School Reserve Officieren
Luchtdoelartillerie) in Ede. Ik kwam bij
de Stafbatterij van het Regiment Zware
Luchtdoelartillerie Wpenburg', in de Kou-
denhorn kazerne te Haarlem, in de rang
van kornet der artillerie.
Een 'kornet' bij de bereden wapens, is gelijk
in rang met 'vaandrig' bij de dienstvakken;
dit zijn de jongste officiersrangen bij de
Landmacht.
Het verhaal
In het weekeinde van zondag 1 februari
1953 was ik op verlof bij mijn Zeeuwse
ouders op de Noordweg 251 (nu nr. 417) in
Sint Laurens, Walcheren.
Die zondagmorgen, 1 februari 1953, werd
ik wakker van de schrille stem van over
buurvrouw 'buure Bommeljé', die altijd
gekleed was in de Walcherse klederdracht.
Ik verstond zoiets als 'radio' en 'alle mili
tairen moeten naar de dichtstbijzijnde
kazerne'. Mijn eerste gedachte was: 'O
jé, het is oorlog en mijn pistool ligt in de
kazerne in Haarlem'. Niet zo 'n vreemde
reactie, want het was een periode van grote
paraatheid tijdens de Koude Oorlog. Maar
al snel werd duidelijk dat we die nacht niet
waren overvallen door Russen, maar door
het water. Overigens was er, vanuit mijn
kamerraam, nergens water te zien.
Afb. 1. Kornet Willem P. Passenier,
geboren 03-10-1930 Batavia.
(Collectie W. Passenier.)
Inderdaad, het had gestormd die nacht.
Maar mijn kamer was aan de voorkant van
het huis, op het oosten. Daardoor was het
extreme geweld van de noordwesterstorm
zeker niet zo opgevallen. Bovendien ben ik
altijd een vaste slaper geweest.
Terug naar mijn onderdeel was niet moge
lijk want de Sloedam was onbruikbaar
geworden, de enige weg terug naar Hol
land. Vele militairen konden niet terug
naar hun onderdeel. Zij moesten zich, over
eenkomstig het bevel in speciale radio uit
zendingen, melden bij de dichtstbijzijnde
kazerne. Dat was voor mij Middelburg.
Ik fietste van mijn ouderlijk huis naar de
Generaal Berghuis kazerne in Middelburg
- inmiddels uit gebruik genomen -, waar
ik in de messroom met andere officieren
wachtte op orders. Die kregen wij van de
bevelvoerend officier, de majoor Potteboom
van het dienstvak Militaire Administratie,
tevens commandant van de C.O.A.K. (Cen
trale Opleiding Administratief Kader).
's Middags vroeg hij vrijwilligers, om de
verzwakte dijk bij Ritthem te gaan ver-
11