in klederdracht, met de handen diep in de zakken, te kijken hoe wij zwoegden met die zware spoorwagon. Nu denk ik: 'zagen zij hoe nutteloos ons werk was?'. Voor ons werd het zwijgende drietal hoogst irritant en ik zag op afstand dat de ser geant in het peloton, een harde en gedeco reerde veteraan, net terug van het Neder landse V.N. Detachement in de Koreaanse oorlog 1951/53, naar ze toeliep. Hij zal wel zoiets hebben gezegd als 'haal g.v.d.je klauwen uitje zak en doe wat, want we zijn hier voor jullie!'. Dat ging fout, want ik zag hoe de sergeant plotseling uit haalde en een kerel hard op zijn wang sloeg met de platte kant van zijn schop. Daarna dropen ze af. Het voorval heeft ons er niet van weerhou den de dam af te bouwen. Misschien werd voorkomen dat water zijdelings het dorp in zou lopen? Wellicht is dit verslag over onze activitei ten op Walcheren niet compleet omdat het mij onbekend is of er daar ook andere geor ganiseerde inzet van militairen is geweest, al dan niet vanuit Middelburg. De volgende dag meldde ik mij weer als vrijwilliger, ditmaal voor Noord-Beveland. Colijnsplaat Het was inmiddels dinsdag, de derde dag na de stormnacht. Een kapitein van de C.O.A.K. vertrok uit Middelburg, met twee kornetten en vier pelotons van elk zo 'n dertig man, naar Noord-Beveland. Zelf was ik één van die kornetten en de tweede kornet was Almekinders uit de Nadorst in Middelburg die ik kende van de Rijks-HBS. In zijn 'briefing' aan de officieren had de majoor Potteboom gezegd dat hulp was gevraagd door Noord-Beveland waar plun deraars actief waren. Het consigne was: 'gericht schieten op plunderaars, na 3 som maties'. Alle militairen kregen vuurwapens en scherpe munitie. Verder niets: geen ransel met voedsel, veldfles, geld of andere praktische dingen voor ongetwijfeld een langdurige taak in onbekend rampgebied. Misschien had het beter gekund, maar in Middelburg was slechts een school voor administratiepersoneel en als zodanig niet te vergelijken met een op daadkracht en snelle improvisatie getraind paraat onder deel van de krijgsmacht. Wellicht ontbrak het aan rantsoenen en uitrusting voor zo 'n expeditie? Onze exacte route weet ik niet meer. Wel dat we bij aankomst met een veerpont in Kortgene onmiddellijk werden geconfron teerd met een man die luid schreeuwend een geweer eiste om op plunderaars te schieten. De kapitein gaf hem een paar militairen Afb. 3. Slaapplaats. In de School met den Bijbel in de Voorstraat, Colijns plaat. (Collectie G. de Fouw.) I School met tlrn I llljbtl J. CoHJnsplatH- 13

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2010 | | pagina 15