De gemetselde beerput met nummer 7 bevatte vondstmateriaal uit de periode 1550-1650, vrijwel uitsluitend roodbakkend aardewerk. Het betreft fragmenten van meerdere kommen, grapen, kannen, bord jes, bakpannen, vergieten en een steelpan. Verder waren nog enkele steengoedfrag- menten aanwezig. De vondsten uit de houten tonput met nummer 8 dateren uit de periode 1500- 1650. In deze put zijn drie pispotten en zes kannen van witbakkend aardewerk met groen en geel glazuur aangetroffen. Van de waterkannen waren er twee vrijwel gaaf (afbeelding 12). Verder bevonden zich veel fragmenten van roodbakkend aardewerk van meerdere pispotten, waterkannen, grapen, vergieten, borden, kommen, bakpannen, een vetvan- ger en een olielamp onder het vondstmate riaal. Kortom, het vrij gewone gebruiksaar- dewerk, dat in de meeste huishoudens voorkwam. Daarnaast kwamen enkele fragmenten grijs aardewerk, fragmenten van majolica- borden, pijpenkoppen, bot- en glasfragmen ten voor. De gemetselde beerput met nummer 9 bevatte vondstmateriaal uit de periode 1600-1700, in hoofdzaak weer roodbakkend aardewerk, zoals meerdere kannen, grapen, kommen en een bakpan. Ook zijn er frag menten van witbakkend aardewerk, steen goed, een plooischotel van faience, fragmen- Afb. 9. Gave kan van roodbakkend aarde werk in beerput nr. 3. Afb. 10. Majolicabord; begin zeventiende eeuw (gerestaureerd). Afb. 11. Bord van roodbakkend aardewerk; ca. 1500 (gerestaureerd). Afb. 12. Twee waterkannen van witbakkend aardewerk in tonput nr. 8. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2010 | | pagina 27