Jan Welle, een soldaat uit het Regiment van Baaden,
ingekwartierd in Axel
W.P. den Toom
Jan had in het jaar 1787 allerlei baldadig
heden uitgehaald tijdens zijn verblijf in de
stad Goes, o.a. op de avond van 25 novem
ber. Hij had met een steen een ruit bij
Jacobus Oostveen ingegooid en een zekere
Pieter Engelse zo bij de keel gegrepen, dat
deze bijna gewurgd werd en hij met zijn
nagels het bloed uit zijn keel perste. Voor
het huis van Antonij Ossewaarde had hij
een plank van de stadsheul brug) gerukt
en daarmee naar de omstanders gegooid,
eerst met de hele plank en later met de
stukken. Toen hij werd gepakt en opge
bracht naar de klapperwacht (klepper
ratel) dus het verblijf van de veldwachters,
had hij daar ook nog kans gezien om een
bank in het haardvuur te gooien.
De baljuw eiste voor al deze straatschen
derij en baldadigheden op 10 december
1787 geseling en verbanning, volgens het
placcaat van 1654. Volgens de verdediging
was de gevangene zo dronken dat hij zich
niets herinnerde, maar een getuige, Huijb-
regt Visser, had het ingooien van de ruiten
gezien. De aanklager vond het bij de keel
grijpen, dat door Isaac Houtop en Pieter
Engelse was gezien en ondervonden erg
belastend. Hij meende dat de gedetineerde
stevig gestraft moest worden en bleef bij
zijn eis. Burgemeesters en schepenen ver
oordeelden Jan tot het aan de kaak stellen
van de verdachte gedurende een uur op 15
Afb. 1. Grote Markt Goes, 1848. (Collectie Gemeentearchief Goes.)
27