Afb. 2. De Zeeland Barn: De gemeenschappelijke bouw van een boerenschuur in Zeeland,
Michigan, rond 1900. (Bron: Zeeland Historical Society, Michigan.)
gaven 'lotsverbetering' op als motief voor
hun vertrek, niet alleen voor henzelf,
maar vooral voor hun kinderen. Vooral
voor gezinnen die financieel in de knel
dreigden te komen bood emigratie één van
de drie uitwegen. De andere twee opties
de openstonden waren ten eerste zich zo
goed mogelijk aanpassen aan de standen
maatschappij en door in een onderschikte
positie zo goed mogelijk je best doen of juist
in protest gaan en via de arbeidersbewe
ging het systeem te veranderen. Wie geen
van beide opties aantrekkelijk vond, emi
greerde.91 Deze immigranten hadden geen
haast, ze konden wachten tot de omstan
digheden gunstig waren voor vertrek en
onderhielden intensief contact met hun
geboortestreek. Een voorbeeld van de mak
kelijke overgang is het emigratieverhaal
van Brecht en Lauw Allewijn uit Waarde,
die in mei 1912 naar Kalamazoo emigreer
den. Een oom, Hermanus J.E. Polderman,
die al in 1887 was vertrokken, had werk
voor Lauw gevonden en hij kon daags na
aankomst aan de slag bij een Nederlands
sprekende baas Remeijnse, die zijn wortels
in 's Heer Arendskerke had. Brecht schreef:
Man onze familie hebben we veel hulp en
vriendschap gehad. Ze hebben ons in alles
bijgestaan en dat scheelt natuurlijk voor
ons ook veel. We merken haast zoo niet, dat
we in een vreemd land zijn. Ze spreken, oom
en neven en nichten, plat Zeeuwsch tegen
ons, onder elkaar meestal Engelsch.' Maan
delijkse zendingen van dagblad De Zeeuw
en doorgegeven exemplaren van de Iersek-
sche Courant hielden hen op de hoogte van
al het dorpsnieuws.101 Nadat Lauw terug
gekeerd was omdat hij opgeroepen werd
door het leger vanwege de mobilisatie in de
6