Afb. 2. Het gesticht voor bedelaars Ommerschans.
Nimmer besluiteloos
Het leuke is dat de Maatschappij van
Weldadigheid vanaf de eerste dagen van
haar bestaan een geweldig goed archief
heeft bijgehouden. Dankzij dat archief kon
ik in De proefkolonie de gebeurtenissen
op en rond de kolonie bijna van dag
tot dag volgen. Ook op basis van die
archiefgegevens heeft de Onstwedder
landschapsschilder Geert Schreuder
een schildering van de proefkolonie
gemaakt, zie de voorpagina. Het archief
berust in Assen bij het Drents Archief en
nakomelingen van kolonisten hebben een
goede kans daar saillante details uit het
leven van hun voorouders te vinden. Zie
verder het naschrift.
Uit dat archief wordt ook duidelijk dat
de familie Burks bij aankomst meteen in
de kleren gestoken wordt. Alle kolonisten
lopen in blauwe, uniforme kleding.
Daar zitten twee gedachten achter. Als
mensen nette spulletje hebben, zullen ze
zich automatisch netjes gaan gedragen.
Maar ook: De desertie wordt door eene
herkenbaare soort van kleding moeijelijk
gemaakt.
Het nieuwe huis van de Burksen is
onder van steen en boven afgedekt
met riet. Na enkele maanden wordt er
een houten schuur tegenaan gebouwd.
Het zijn eenvoudige huisjes, niet groot,
maar onvergelijkbaar beter dan de
armenhuisvesting in de steden. Wie
heden ten dage door Frederiksoord loopt
kan nog meerdere van die huisjes in hun
oorspronkelijke staat zien. Nou ja, als je
het dubbelglas wegdenkt en de centrale
verwarming.
En prompt begint ook het werk, want het
is hier geen vakantiekamp. De bedoeling is
dat iedereen met zijn werk niet alleen de
eigen kost bij elkaar scharrelt maar ook de
gedane investeringen terugverdient, zodat
met dat oorspronkelijke geld volgende
koloniën gesticht kunnen worden. De
man achter die ambitieuze plannen is
generaal-majoor Johannes van den Bosch.
Achtendertig jaar, een self-made man,
weduwnaar, een charmeur, maar vooral een
doener, een aanpakker, een wervelwind:
Ik ben nimmer besluiteloos en draal nog
minder.
Mannen en jongens werken op het land,
25