Tenslotte Er zijn meer Bevelanders naar de koloniën gegaan dan in het bestek van dit artikel behandeld kunnen worden. Ook uit andere plaatsen dan Goes. Zo trekt bijvoorbeeld Maria Elisabeth Winkelhuis, weduwe van Petrus Johannes de Vos, na de dood van haar man met haar drie kinderen vanuit Fort Bath in 1835 naar de kolonie. Ook na 1859, als de subcommissies zijn opgeheven en Goes een van de plaatsen is die zich omvormt tot een 'afdeling' van de Maatschappij, gaan er mensen die kant op. Leendert Hengsdijk uit Heinkenszand blijft er slechts enkele jaren. Anthonie Verhage uit Goes werkt er een tijdlang als algemeen boekhouder, maar Susanna Weezepoel uit Goes is negen maanden na haar aankomst in oktober 1884 alweer verdwenen: ze verlaat met medeneming van drie kinderen uit haar eerste huwelijk en twee uit haar tweede de kolonie én haar echtgenoot Jan den Herder. De reden laat zich raden. Eerder in 1884 woonde ze in Goes gescheiden van haar man en had ze tegenover het Goese armbestuur verklaard dat Den Herder haar en hare kinderen mishandelde en gebrek liet lijden.1' De armbestuurders wilden haar toch niet helpen wijl zij niet wettig van haren man gescheiden is, die hoofd van het gezin is, en tot wien zij in de eerste plaats moet terugkeeren en trachten met hem te levenBlijkbaar hadden ze daarna het gezin een - al dan niet geforceerde - hereniging toegedacht in Frederiksoord. Maar dat hield dus geen stand. Wie meer over deze kolonisten wil weten, of wie informatie zoekt over een voorvader die in de kolonie gewoond heeft, kan contact opnemen met wil@schackmann.nl Naschrift Wil Schackmann is schrijver van het boek De proefkolonie over de begindagen van de Maatschappij en net als het boek is dit artikel voor het overgrote deel geba seerd op het Archief van de Maatschappij van Weldadigheid, dat zich bevindt bij het Drents Archief toegang 0186. Informatie over aantallen contribuanten in Goes en de subcommissie Goes komt uit invnrs. 1106 en 1146-1153 en 1112-1125, informatie over de familie Burks en haar brieven komt uit de ingekomen post van de landelijke leiding uit die periode, inv.nrs 49-50, de le vensloop van vrije kolonisten valt te volgen via de 'stamboeken' of bevolkingsregisters, inv.nrs. 1346-1363, geciteerde tuchtversla- gen zijn uit inv.nrs 1615 en 1616. Te Goes is geen afzonderlijk archief van de subcommissie, maar het onderwerp komt zeer frequent voor in de correspondentie en notulen van de stad. Zie bijvoorbeeld Archief Stad Goes 113, trefwoordenin dex op de notulen van de vergaderingen van burgemeesters en raden, 1816-1828, onder het trefwoord 'weldadigheid' of (voor Veenhuizen-Ommerschans) 'bedelarij'. Voor meer informatie: er is een museum gewijd aan de landbouwkoloniën, de Kolo niehof te Frederiksoord, en in een van de oorspronkelijke gestichten te Veenhuizen is heden ten dage het Gevangenismuseum Veenhuizen gevestigd. Informatieve internetadressen: www. drentsarchief.nl www.mvwfrederiksoord. nl - www.dekoloniehof.nl - www.schack- mann.nl/proefkolonie Noot: 1. A.L. KortArmoede en armenzorg in Goes 1860-1914, in: Historisch Jaarboek voor Zuid- en Noord-Beveland No 11(1985), pag. 40). 31

Tijdschriftenbank Zeeland

De Spuije | 2010 | | pagina 37