Reacties van lezers
Van Addie van de Vrie ontvingen we een
reactie op het artikel van Jaap Minnaard
over de hofstede op de vliedberg bij Si-
noutskerke gepubliceerd in Spuije 76,
voorjaar 2009. Zij schrijft:
Als directe nakomeling van de familie Van
de Vrie die Het Hooch Huys aan de Noord-
weg (beschreven door W.E.P. van IJsseldijk)
tot aan de afbraak omstreeks 1910 bewoon
de, ben ik opgegroeid in diezelfde omgeving
en met veel verhalen uit overlevering. De
geschiedenis lag en ligt mij nog steeds erg
na aan het hart.
Het Hooch Huys aan de Noordweg betreft
een andere boerderij dan de in het artikel
beschreven hofstede op de vliedberg bij
Sinoutskerke.
In het artikel wordt vermeld, dat er in
dertijd sprake moet zijn geweest van twee
boerderijen met een dergelijke naam. Eer
lijk gezegd geloof ik dit niet, afgaande van
alle eerder verschenen artikelen en ver
telde verhalen uit de omgeving. Wij hebben
nooit anders gehoord dan dat er een Hooch
Huys aan de Noordweg in De Poel stond en
dat er een nog oudere vorm van bebouwing
(zonder bekende naam) op de vliedberg bij
Sinoutskerke zou hebben gestaan.
Bewijzen dat de hofstede op de vliedberg
't Hooch Huys heette, kan ik in het arti
kel niet teragvinden. Sterker nog: ik zie
geen reden dat W.E.P. van IJsseldijk zich
zou hebben vergist. Er kan natuurlijk wel
aangenomen worden, dat de hofstede op de
vliedberg vanwege de hoge ligging wel eens
als een hoog huis werd beschreven. Elders
in Zeeland zijn hier meer voorbeelden
van. Ik vraag me af op welke basis Jaap
Minnaard het primaat 'Het Hooch Huys'
toekent aan de hofstede op de vliedberg, in
de wetenschap dat spelling van namen en
andere notities vooral in vroegere tijden
niet altijd even consequent waren. De
meest recente illustratie van inconsequente
naamgeving is te vinden in het onlangs uit
gegeven boekje over Hoeve van der Meulen,
waarin de boerderij aan de Noordweg ook
wordt afgebeeld en toegelicht als 'd'Hooge
oeve'.
Bij zijn onderzoek is Jaap Minnaard uitge
gaan van landerijen en perceelsnummers,
behorende bij of liggende rondom de hof
stede, welke als zodanig (ik citeer uit zijn
conclusie:)slechts indirect vermeld staat in
de overloperswellicht e. v.Het zou dus kun
nen, dat sommige landerijen toehoorden
aan het Hooch Huys aan de Noordweg.
Niet twijfelend aan de zorgvuldigheid van
het onderzoek valt mij op, dat toch herhaal
delijk de woorden 'kennelijk''niet bekend
'waarschijnlijk''vermoedelijk''wellicht'
gebruikt worden, terwijl hij ook zijn eigen
conclusie voorzichtignoemt. De auteur
vermeldt letterlijk, dat het bronnenmateri
aal beperkt was.
Graag vermeld ik nog een opmerkelijk
detail over genoemde Jan Pierss. Hoo-
chuys c.q. Jan Pierss. (perceelseigenaar
in de Kerkhoek), wiens naam in 1624 zijn
intrede doet. Laat nu dit jaartal 1624 juist
het jaartal van de muurankers van het
Hooch Huys aan de Noordweg zijn.
Reactie van Jaap Minnaard:
Laten we beginnen met de naam: 't Hooch
Huys of het Hooge Huis of 't. Ooge Uus, de
naam van de hofstede is voor mij geenszins
leidend geweest bij de identifïkatie van de
boerderij met z'n landerijen, maar veeleer
zijn lokalisering. De wijze van lokalisering
is voldoende uiteengezet in de eerste pa
ragraaf van het artikel1' en zal nog verder
verfijnd worden in het manuscript over het
Ganzenreservaat.2' Van IJsseldijk heeft
waarschijnlijk geen poging gedaan de gege
vens uit de overlopers te koppelen aan het
kadastrale minuutplan, waardoor hij ten
onrechte de naam van 't Hooch Huys aan
de boerderij aan de Noordweg (perceel 138)
in plaats van aan de hofstede op de vlied
berg (perceel 191) gegeven heeft, zie verder
de discussie onder ref. 11 in mijn artikel.
Feit blijft dat de hofstede op de vliedberg
vanaf 1596 - 1842, iedere zeven jaar in de
32